Programmanummer | 10 | |
Commissie | Werk en Middelen | |
Portefeuille(s) | Energie, Werk en Inkomen en Cultuur Kansengelijkheid, Jeugd en Onderwijs |
De missie van het programma Werk en Inkomen luidt: |
Programma 10 is onderdeel van het sociaal domein, net als de programma's 7, 8C en 9. We zetten in op bestaanszekerheid voor elke Leidenaar. De focus ligt op het hebben van werk, voldoende inkomen, deelname aan de samenleving en het voorkomen van schulden. Alle inwoners moeten een dak boven hun hoofd hebben en voldoende financiële middelen hebben om rond te komen, bij voorkeur via werk. Hiervoor is een arbeidsmarkt nodig waar voor iedereen een plek is. We zetten ons in om inwoners zonder werk of met een ziekte een stevig sociaal vangnet te bieden. Mensen die door ziekte niet kunnen werken, kunnen een uitkering aanvragen bij het UWV. Inwoners zonder ander inkomen kunnen bij de gemeente een bijstandsuitkering aanvragen. Daarnaast bieden we begeleiding en ondersteuning, zodat zij, waar mogelijk, stappen kunnen zetten richting werk of maatschappelijke participatie.
De vraag naar personeel blijft groot, vooral in sectoren zoals de horeca, bouw en techniek, ICT, zorg en kinderopvang. Werkgevers hebben moeite om de juiste mensen te vinden en zetten in op werving, scholing en het behouden van personeel. Tegelijkertijd is er een groep werkzoekenden die moeilijk werk vindt, bijvoorbeeld door een gebrek aan ervaring, taalbarrières of lichamelijke en psychische beperkingen. Voor hen is extra ondersteuning nodig in de vorm van scholing, begeleiding of aangepaste werkplekken.
De arbeidsmarkt verandert voortdurend door technologische ontwikkelingen en een stijgende vraag naar specifieke vaardigheden. Scholing en bijscholing zijn daarom essentieel om werkzoekenden toekomstbestendig te maken. De gemeente Leiden werkt samen met werkgevers, onderwijsinstellingen en andere partners om deze uitdagingen aan te pakken en meer mensen te begeleiden naar werk.
Beleidsterrein Arbeidsparticipatie
Beleidsplan Werk en Participatie
Op 28 november 2024 heeft de gemeente Leiden een nieuw beleidsplan Werk en Participatie 2024 – 2028 vastgesteld om meer mensen aan het werk te helpen en om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt om mee te doen. Dit plan is bedoeld om gelijke kansen op werk te creëren, vooral voor mensen die extra ondersteuning nodig hebben, zoals statushouders, jongeren en mensen met een arbeidsbeperking.
We kijken naar wat iemand nodig heeft om aan het werk te gaan en bieden begeleiding op maat. Soms betekent dat hulp bij het vinden van een passende baan, soms een opleiding of extra ondersteuning op de werkvloer. Door leer-werktrajecten, taalcursussen en praktijkgerichte opleidingen te stimuleren, verkleinen we het verschil tussen wat werkgevers zoeken en wat werkzoekenden kunnen bieden. Dit kunnen we niet alleen. Daarom werken we nauw samen met werkgevers, scholen en maatschappelijke organisaties. Door samen te werken, zorgen we ervoor dat meer mensen een eerlijke kans krijgen op werk en economische zelfstandigheid.
DZB Leiden
Sinds 2023 neemt het aantal aanmeldingen voor re-integratietrajecten of activeringstrajecten bij DZB toe. Deze ontwikkeling heeft zich ook in 2024 voortgezet. Het aantal aanmeldingen is in 2024 namelijk 27 procent hoger dan in 2023. Dit komt door een verbeterde integrale aanpak tussen DZB en afdeling Werk en Inkomen en een verbeterde samenwerking tussen DZB en andere organisaties in de stad. Het gaat vaak om mensen die gemiddeld genomen minder kans hebben op een baan bij een werkgever in de regio. Door deze toename zijn ook meer mensen dan verwacht gestart met een baan bij DZB. Dit is terug te zien in het aantal beschutte werkplekken dat vervuld wordt en aan het aantal mensen dat met loonkostensubsidie werkt. De afname van het aantal mensen met een dienstverband op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) verloopt min of meer volgens verwachting.
Asielzoekers naar werk
Sinds 2023 is bekend dat asielzoekers het hele jaar door mogen werken. De voorwaarden zijn dat de asielaanvraag minstens zes maanden in behandeling is en dat de werkgever een geldige vergunning heeft waarmee hij deze werknemers mag aannemen. In 2024 is onderzocht hoe deze doelgroep het beste richting werk te ondersteunen is. Er is hiervoor geen (structurele) financiering vanuit het Rijk beschikbaar. Vanuit het programma Oekraïners, Statushouders en Asielzoekers (OSA) is er € 50.000 vrijgemaakt om in samenwerking met Werk en Inkomen, DZB en andere partners uit de arbeidsmarktregio een pilot te starten die één jaar duurt. De pilot richt zich op het begeleiden van asielzoekers richting werk, waarbij wordt samengewerkt met lokale werkgevers en maatschappelijke organisaties.
Pangea project
Het Pangea Project is een initiatief dat nieuwkomers ondersteunt bij het starten van een onderneming. Dit gebeurt via het programma Start Your Business. Het programma heeft drie fasen: Plan, Do en Check. In 2024 hebben de deelnemers de fase Plan afgerond en zijn ze naar de fase Do gegaan. Van de tien deelnemers zijn er acht nog actief, waarvan drie ondernemers met hun eigen bedrijf al omzet maken.
Basisvaardigheden
In 2024 is het ‘Regionaal Programma Integrale aanpak Laaggeletterdheid Holland Rijnland 2020-2024’ geëvalueerd. Deze evaluatie heeft samen met nieuwe landelijke inzichten over geletterdheid en basisvaardigheden geleid tot het nieuwe regionale beleid basisvaardigheden 2025-2028 (RV 25.0004). Dit is in 2024 is geschreven. Daarnaast is er in 2024 geëxperimenteerd met lees- en schrijftafels voor NT1 (mensen met Nederlands als moedertaal) in de wijken. Ook in 2025 blijven deze lees- en schrijftafels voor NT1-ers in de wijken actief.
Arbeidsmarktregio
Er zijn verschillende werkcafés open in de regio, namelijk in Leiden, Alphen aan den Rijn en De Kust-, Duin- en Bollenstreek. In totaal hebben in 2024 meer dan duizend mensen het werkcafé bezocht, waarvan 450 in Leiden. Driekwart van de bezoekers heeft geen uitkering of is (nog) werkend. Hiermee worden dus ook de mensen bereikt die nog niet bij de gemeente bekend zijn. Vanuit de werkcafés wordt er toegewerkt naar een regionaal werkcentrum. In het regionaal werkcentrum komt alles rondom werk samen: er is één loket waar werkzoekenden, werkenden en werkgevers voortaan terechtkunnen met alle vragen over werk, loopbaanstappen, (arbeidsmarktgerichte) scholing en personeelsvraagstukken. Op 1 juli 2025 gaat het werkcentrum open. Daarnaast is een start gemaakt om samen met de partners in de arbeidsmarkt regio een meerjarenagenda op te stellen. Hierin worden impulsen en gezamenlijke initiatieven opgenomen.
Inburgering
In 2024 bleek dat inburgeringstrajecten in de praktijk langer duren dan van tevoren is ingeschat door het Ministerie van Sociale Zaken, de taalscholen en gemeenten. Het gevolg hiervan is dat de caseload van inburgeraars hoger is dan ingeschat: er is namelijk weinig uitstroom maar wel instroom. Ook het aantal jonge alleenstaande statushouders is toegenomen. In Leiden is er vanuit inburgering extra aandacht voor de begeleiding van deze groep jonge statushouders. Dit doen we bijvoorbeeld door in te zetten op toeleiding naar onderwijs en het organiseren van extra activiteiten. Dat helpt hen uiteindelijk om beter te integreren. Naast de toenemende caseload liep ook het docententekort in 2024 verder op. Toch heeft de gemeente aan alle inburgeraars die hiervoor in aanmerking kwamen een inburgeringsaanbod kunnen doen.
In 2024 is de regionale verbinder binnen Leidse Inburgering van start gegaan. Deze verbinder stuurt op het opzetten van (regionale) leerwerktrajecten voor de lager opgeleide statushouder en op het stimuleren van regionale initiatieven ter bevordering van de werkgelegenheid voor statushouders. In ditzelfde jaar is er voor de doelgroep statushouders een leerwerktraject voor kappers opgezet en zijn de eerste stappen gezet voor een leerwerktraject voor theatertechnici. Ook is in samenwerking met Ithaka (een instantie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt) een opleidingstraject gestart richting de ICT-sector
Beleidsterrein Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima
Armoedebeleid
Vanaf 2024 is het nieuwe armoedebeleid 2024-2026 ‘Samen Sterker’ ingegaan. Met het beleidsplan bouwen we voort op de regelingen die er al waren en hebben we regelingen uitgebreid door de uitkomsten van de Minima Effect Rapportage 2023. Het doel van het armoedebeleid is het bereiken van zoveel mogelijk inwoners van Leiden met lage inkomens en/of geldproblemen en hen zo veel mogelijk gebruik laten maken van onze voorzieningen. In het uitvoeringsplan staat beschreven wat er komende jaren gedaan gaat worden om dit doel te bereiken.
Hoe we eraan werken om dit te bereiken staat uitgebreid beschreven in het uitvoeringsplan wat we de komende jaren uitvoeren. Hierbij focussen wij ons op drie actielijnen. Kennis en samenwerking tussen maatschappelijke partners bevorderen, inwoners informeren en gebruik laten maken van de beschikbare ondersteuning, en onze dienstverlening richting de inwoners verbeteren.
We geven hier uitvoering aan in samenwerking met de maatschappelijke partners in de stad, bijvoorbeeld via de Taskforce Armoede. Ook ondersteunen wij professionals door samen met hen het complete aanbod voor inwoners met een laag inkomen in kaart te brengen, zodat zij bij elke hulpvraag rondom financiën de weg weten te vinden alle regelingen of organisaties.
Sleutelpas
In juli 2024 heeft de gemeenteraad groen licht gegeven voor de invoering van de Leidse Sleutelpas, door financiële middelen te reserveren in de begroting voor de periode 2025-2028. Hierbij zetten we in om de Sleutelpas in juli 2025 in te voeren. Het tweede halfjaar van 2024 heeft in het teken gestaan van een aanbesteding met als doel om een stadspasaanbieder te contracteren.
Beleidsterrein Inkomensvoorzieningen
Kennismakingsperiode en giften
Na een succesvolle pilot heeft het college structurele beleidsregels van de kennismakingsperiode in Leiden opgesteld. Hierdoor kunnen bijstandsgerechtigden een half jaar samenwonen op proef, zonder dat dit invloed heeft op hun uitkering. Ook is ons giftenbeleid ruimer geworden. Bijstandsgerechtigden mogen nu tot € 1.800 aan giften per jaar ontvangen.
Alleenverdienersproblematiek
De alleenverdienersproblematiek houdt in dat gezinnen met één kostwinner financieel benadeeld worden door het belasting- en toeslagenstelsel. De oplossing van de alleenverdienersproblematiek bestaat uit verschillende fasen en wordt geïnitieerd vanuit het rijk en uitgevoerd door gemeenten. In 2024 zijn we gestart met de financiële compensatie via de bijzondere bijstand.
Beleidsterrein Schuldhulpverlening
Schuldhulpverlening
In mei 2024 heeft de Rekenkamer naar aanleiding van het onderzoek naar het beleidsplan schuldhulpverlening geconcludeerd dat de schuldhulpverlening in Leiden op orde is. Wel zijn een aantal aanbevelingen vastgesteld, waaronder meer aandacht voor financiële begeleiding, aansluiting bij het schuldenknooppunt en de verwijsindex schuldhulpverlening (VISH). VISH is vanaf juni 2024 operationeel en er is sinds oktober 2024 gewerkt met het schuldenknooppunt.
In 2024 is ook een klanttevredenheidsonderzoek bij de Stadsbank uitgevoerd. Klanten waardeerden de schuldhulpverlening door de Stadsbank gemiddeld met een 8. Het ging hierbij om bejegening, bereikbaarheid en informatievoorziening. Maar ook was er voldoende aandacht voor andere problemen die niets met geld te maken hadden. Verder kwam naar voren dat financiële begeleiding verbeterd kan worden en is er meer aandacht nodig voor de preventiemaatregelen en tools.
Daarnaast is het beleidsplan Schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller 2021-2024 (herziene versie 2023) voor de periode van twee jaar verlengd tot en met 2026. Bij de verlenging zijn aandachtspunten beschreven die we de komende twee jaar uitvoeren, namelijk: financiële begeleiding, integrale samenwerking met ketenpartners en het bereiken van inwoners in specifieke doelgroepen.
Vanaf zomer 2024 is er een wachtlijst bij schuldhulpverlening van acht weken terwijl de wettelijke termijn vier weken is. Er is een plan van aanpak opgesteld om de wachtlijst weg te werken, bijvoorbeeld door het aannemen van een tijdelijke schuldhulpverlener en het opvoeren van het aantal intakes. Het streven is dat de wachtlijst binnen vier maanden na ingaan van het plan van aanpak is verkort naar vier weken.
Team Eerste Hulp Bij Geldzorgen
Ook in 2024 heeft het team Eerste Hulp Bij Geldzorgen geprobeerd om mensen te helpen die moeite hebben met het betalen van hun vaste lasten. Als iemand een betalingsachterstand had, kon dat gemeld worden bij het team. Daarna probeerde het team contact op te nemen met deze persoon om hulp aan te bieden. In 2024 is het team erin geslaagd om 42 procent van deze mensen te bereiken. Dat is een verbetering vergeleken met 2023, toen het aantal op 21 procent lag. De stijging komt doordat het team in 2024 verschillende manieren tegelijk gebruikte om contact op te nemen. Bijvoorbeeld via WhatsApp, telefonisch contact én een brief.
Toeslagenaffaire
Het afgelopen jaar hebben we gedupeerden, kindgedupeerden en ex-toeslagpartners geholpen via de brede ondersteuning. De hulp wordt geboden op het gebied van financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Samen met de gedupeerde wordt een plan van aanpak gemaakt waarbij de brede ondersteuning tot doel heeft dat de gedupeerde een toekomst kan opbouwen. De geboden hulp kan heel erg variëren. Het kan bijvoorbeeld gaan over woninginrichting, psychische begeleiding, tandartskosten of materiële zaken zoals een fiets.
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
10A1 Leidenaren hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk | 10A1.1 Inzetten re-integratie en participatievoorzieningen | |
10A1.2 Aanbieden volwasseneneducatie | ||
10A1.3 Inzetten dienstverlening voor jongeren, statushouders en migranten | ||
10A2 Mensen met loonwaarde onder het wettelijk minimumloon werken zo regulier mogelijk | 10A2.1 Inzetten sociale werkvoorziening | |
10A2.2 Inzetten beschut werk | ||
10A2.3 Inzetten loonkostensubsidie |
Zie toelichting bij 'Ontwikkelingen in 2024' aan het begin van dit hoofdstuk.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarde 2024 | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
Doel 10A1 Leidenaren hebben werk en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk | ||||||
10A1.a Netto arbeidsparticipatie (% werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking) | 71% | 73% | 74% | 74% | 73% | CBS (BBV - via wsjg) |
10A1.b Aantal banen per 1.000 inwoners van 15 t/m 65 jaar* | 832 | 853 | 850 | 850 | 850 | LISA (BBV - via wsjg) |
10A1.c Werkloze jongeren, percentage 16- tot en met 22-jarigen* | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | Verwey Jonker Instituut (BBV - via wsjg) |
10A1.d Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15-64 jaar | 129 | 117 | 124 | 117 | 120 | CBS (BBV - via wsjg) |
10A1.e Aantal gestarte trajecten basisvaardigheden | - | 258 | 370 | 274** | 265 | Taalschool |
10A1.f Percentage succesvolle uitstroom | - | 79% | 78% | 74%*** | 80% | Taalschool |
10A1.g Gemiddelde trajectwaardering | - | 8,2 | 8,6 | 8,3 | 8,3 | Taalschool |
Doel 10A2 Mensen met loonwaarde onder het minimumloon werken zo regulier mogelijk | ||||||
10A2.a Aantal volledige banen in de WSW uitgedrukt in standaardeenheden (SE) | 660* | 621* | 582 | 542 | 536 | DZB |
10A2.b Aantal loonkostensubsidie banenafspraak (via DZB) | 180 | 219 | 236 | 275 | 225 | DZB |
10A2.c Aantal nieuw beschut werk | 37 | 49* | 56 | 67 | 51 | DZB |
10A2.d Aantal opstapsubsidies eerste jaar**** | 13 | 8 | 8 | 6 | 40 | DZB |
* In de jaarstukken van 2023 is een incorrecte waarde opgenomen. Dit is het juiste aantal.
** In 2023 is er een piek te zien in het aantal gestarte trajecten. Dit komt doordat er in dat jaar speciale, kortere trajecten voor de Oekraïners aangeboden werden. Sinds 2024 vallen de trajecten van Oekraïners onder de doelgroep van het reguliere aanbod en is er geen speciaal, kort aanbod meer.
*** Er is een daling in het percentage te zien. Het is lastig vast te stellen waardoor dit komt. Van de uitvallers was bij 23 deelnemers de reden 'absentie' en 20 'privéomstandigheden'. Dat kan bijvoorbeeld zijn mantelzorg, familieomstandigheden, zwangerschap of om andere redenen.
**** De streefwaarde voor indicator 10A2.d worden in de programmabegroting 2025-2029 verlaagd van 40 naar 20. Sinds 2020 is het aantal gerealiseerde banen met opstapsubsidie lager dan 20. Dit terwijl er voor 40 opstapbanen wordt gereserveerd. Dit budget wordt grotendeels niet ingezet. De voorkeur gaat uit naar mensen zo regulier mogelijk en het liefst zonder opstapsubsidie te bemiddelen naar werk. Door krapte op de arbeidsmarkt lukt het veel werkzoekenden om zonder opstapsubsidie betaald werk te vinden. De subsidie wordt behoedzaam en alleen als dat nodig is ingezet. Daarom is een streefwaarde van 20 reëler.
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement | 10B1.1 Ondersteunen van mensen die gebruik maken van een bijstandsuitkering om actief te zijn in de samenleving en niet in een sociaal isolement te raken | |
10B2 Armoedebestrijding | 10B2.1 Behandelen aanvragen individuele bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag | |
10B2.2 Verstrekken (bijdrage in) premie Collectieve Ziektekostenverzekering Minima | ||
10B2.3 Verstrekken tegemoetkoming kinderopvang op Sociaal medische Indicatie | ||
10B2.4 Kwijtschelding gemeentelijke heffingen | ||
10B2.5 Subsidies minimabeleid |
Toelichting op prestaties
Zie toelichting bij 'Ontwikkelingen in 2024' aan het begin van dit hoofdstuk.
Participatieladder
Positie op de participatieladder | Aantal personen op 31-12-2023, minimaal 2 jaar in de uitkering | Aantal personen op 31-12-2024, minimaal 2 jaar in de uitkering |
1. GeÏsoleerd | 217 | 255 |
2. Sociale contacten buitenshuis | 917 | 903 |
3. Deelname georganiseerde activiteiten | 450 | 458 |
4. Onbetaald werk | 344 | 338 |
5. Betaald werk met ondersteuning | 189 | 168 |
6. Betaald werk | 23 | 29 |
Nog niet ingedeeld | 55 | 83 |
Totaal | 2195 | 2204 |
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
10C1 Leidenaren (18 t/m AOW-leeftijd) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning | 10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen Participatiewet, Ioaw, Ioaz, Bbz- inkomensvoorzieningen | |
10C1.2 Uitvoeren fraudepreventie en opsporen uitkeringsfraude | ||
10C1.3 Uitvoeren terugvordering en verhaal |
Zie toelichting bij 'Ontwikkelingen in 2024' aan het begin van dit hoofdstuk.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarde 2024 | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
Doel 10C1 Leidenaren (18 t/m AOW-leeftijd) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning | ||||||
10C1.a Personen met een bijstanduitkering, aantal per 1.000 inwoners | 45,5 | 39,3 | 36,4 | 35,7 | 45,5 | CBS (via wsjg-BBV) |
10C1.b Percentage ontvangen bedrag van het totaalsaldo vorderingen (incassoquote) | 12% | 14% | 14% | 17% | 15% | Team Werk & Inkomen |
10C1.c Percentage huishoudens dat ten minste één jaar een inkomen heeft tot 120% van het sociaal minumum | 13,7% | 13,3% | 13,3% | 14,0% | CBS | |
10C1.d Aantal Leidenaars dat langdurig in armoede leeft | 4.500 | 4.400 | 4.400 | 4.550 | CBS |
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen | 10D1.1 Uitvoeren van vroegsignalering, preventieve maatregelen, | |
10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost | 10D2.1 Uitvoeren schuldhulpverlening |
10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost
Deze indicator staat op oranje vanwege de wachtlijst die langer is dan de wettelijke termijn. Zoals hierboven toegelicht is er een plan van aanpak opgesteld.
Effectindicator | Realisatie | Streefwaarde 2024 | Bron | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
Doel 10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen | ||||||
10D1.a Het gemiddelde schuldbedrag van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld | - | - | - | € 33.344 | € 37.000 | Stadsbank |
10D1.b Het gemiddelde aantal schuldeisers van particulieren die zich bij de schuldhulpverlening hebben gemeld | - | - | - | 16 | 13 | Stadsbank |
10D1.c Het percentage particuliere aanvragers voor schuldhulpverlening, dat eerder (binnen een periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag) een minnelijk of wettelijk traject hebben doorlopen | - | - | - | 1,7% | 5% | Stadsbank |
10D1.d Aantal ex-ondernemers dat zich meldt bij de Stadsbank | - | - | - | -* | 20 | Stadsbank |
10D1.e Aantal ondernemers dat zich meldt bij de Stadsbank | - | - | 62 | 88 | 60 | Stadsbank |
10D1.f Aantal meldingen signaalpartners Eerste Hulp Bij Geldzorgen | - | - | 7.212 | 6718** (559 per maand) | 500 | EHBG |
10D1.g Percentage inwoners waarbij via Eerste Hulp Bij Geldzorgen daadwerkelijk contact tot stand is gekomen met de inwoner | - | - | 18% | 42% | 19% | EHBG |
10D1.h Percentage waarbij de inwoner hulp via Eerste Hulp Bij Geldzorgen accepteert | - | - | 6% | 12% | 8% | EHBG |
Doel 10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost | ||||||
10D2.a Aantal gestarte schuldregelingen | - | - | - | 92 | 110 | Stadsbank |
10D2.b Aantal geslaagde schuldbemiddelingstrajecten | - | - | - | 36 | 40 | Stadsbank |
10D2.c Aantal geslaagde saneringskredieten*** | - | - | - | 128 | 100 | Stadsbank |
* Het aantal ex-zzp'ers wordt op dit moment niet geregistreerd. Dit wordt in het registratiesysteem aangepast, zodat zowel ondernemers als ex-ondernemers geregistreerd kunnen worden.
** De indicator is op maandbasis in plaats van op jaarbasis. Hierdoor is de realisatiewaarde zowel per maand als op jaarbasis vermeld.
***Het aantal geslaagde saneringskredieten is het afgelopen jaar gestegen door het overgangsrecht wat de gemeente Leiden heeft toegepast. Hierdoor zijn kredieten waarbij de inwoner meer dan 18 maanden heeft afgelost of in 2024 18 maanden heeft afgelost beëindigd.
In 2024 zijn de volgende kaderstellende beleidsstukken vastgesteld:
Beleidsregels vrijlating van giften en schadevergoedingen 2024
Beleidsplan Armoede 2024-2026 ‘Samen Sterker’ (RV 23.0093)
Rekenkameronderzoek beleidsplan schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller
Beleidsplan schuldhulpverlening Eerder, beter, sneller 2021-2024
Beleidsplan Werk en Participatie 2024 – 2028 (RV. 24.0088)
Werk en inkomen | Rekening 2023 | Begroting 2024 | Wijziging Begroting | Begroting 2024 na wijziging | Rekening 2024 | Verschil 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | |||||||
Arbeidsparticipatie | Lasten | 42.364 | 41.755 | 4.185 | 45.940 | 44.059 | 1.881 |
Baten | -16.488 | -15.877 | -273 | -16.150 | -17.266 | 1.115 | |
Saldo | 25.876 | 25.878 | 3.911 | 29.789 | 26.793 | 2.996 | |
Maatsch. participatie en onderst. minima | Lasten | 19.709 | 11.225 | 3.233 | 14.458 | 14.452 | 6 |
Baten | -1.258 | -503 | -1.209 | -1.712 | -2.322 | 611 | |
Saldo | 18.451 | 10.722 | 2.025 | 12.747 | 12.130 | 617 | |
Inkomensvoorzieningen | Lasten | 63.518 | 63.410 | 3.597 | 67.007 | 66.340 | 666 |
Baten | -57.612 | -56.285 | -8.805 | -65.090 | -65.165 | 74 | |
Saldo | 5.906 | 7.125 | -5.209 | 1.917 | 1.176 | 741 | |
Schuldhulpverlening | Lasten | 4.661 | 3.939 | 313 | 4.251 | 4.489 | -237 |
Baten | -813 | -672 | -243 | -914 | -1.397 | 483 | |
Saldo | 3.848 | 3.267 | 70 | 3.337 | 3.092 | 245 | |
Programma | Lasten | 130.253 | 120.328 | 11.328 | 131.656 | 129.340 | 2.316 |
Baten | -76.171 | -73.337 | -10.530 | -83.866 | -86.149 | 2.283 | |
Saldo van baten en lasten | 54.081 | 46.992 | 798 | 47.790 | 43.191 | 4.599 | |
Reserves | Toevoeging | 6.582 | 23 | 3.530 | 3.553 | 3.553 | - |
Onttrekking | -8.750 | -1.461 | -1.053 | -2.514 | -2.482 | -32 | |
Mutaties reserves | -2.168 | -1.439 | 2.478 | 1.039 | 1.071 | -32 | |
Resultaat | 51.913 | 45.553 | 3.276 | 48.829 | 44.262 | 4.567 |
Reserves programma 10 | Rekening 2023 | Begroting 2024 | Wijziging Begroting | Begroting 2024 na wijziging | Rekening 2024 | Verschil 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | |||||||
DZB Bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw | Toevoeging | 104 | - | 1.106 | 1.106 | 1.106 | - |
Onttrekking | -1.372 | - | -1.106 | -1.106 | -1.106 | - | |
Saldo | -1.268 | - | - | - | - | - | |
DZB Reserve zachte landing rijksbez. Wsw | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | -158 | -150 | 85 | -65 | -65 | -0 | |
Saldo | -158 | -150 | 85 | -65 | -65 | -0 | |
DZB Reserve frictiekosten ID/WIW DZB | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | -29 | -29 | -4 | -33 | -30 | -2 | |
Saldo | -29 | -29 | -4 | -33 | -30 | -2 | |
Reserve Sociaal Domeins P10 | Toevoeging | 6.478 | 23 | 2.424 | 2.447 | 2.447 | -0 |
Onttrekking | -7.038 | -1.282 | -27 | -1.310 | -1.280 | -30 | |
Saldo | -560 | -1.260 | 2.397 | 1.137 | 1.167 | -30 | |
Reserve Fonds Debt? to no Debt! | Toevoeging | - | - | - | - | - | - |
Onttrekking | -154 | - | - | - | - | - | |
Saldo | -154 | - | - | - | - | - | |
Totaal | Toevoeging | 6.582 | 23 | 3.530 | 3.553 | 3.553 | -0 |
Onttrekking | -8.750 | -1.461 | -1.053 | -2.514 | -2.482 | -32 | |
Reserves programma 10 | -2.168 | -1.439 | 2.478 | 1.039 | 1.071 | -32 |
Toelichting op beleidsterreinen met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > € 250.000.
10A Arbeidsparticipatie Werk en Inkomen
De kosten van het regionaal mobiliteitsteam zijn € 273.000 hoger. Daar tegenover staan € 405.000 extra baten die komen vanuit het UWV. Het voordeel van € 132.0000 zal worden gereserveerd voor deze regionale taak. De kosten van het regionaal volwassenenonderwijs zijn € 139.000 hoger, daar tegenover staan € 139.000 aan extra baten vanuit het rijk.
Er is een voordeel op de baten vanuit het rijk inburgering ontstaan van € 387.000 doordat er meer (uitvoerings)kosten kunnen worden verantwoord onder de declarabele voorzieningen. Daarnaast zijn er € 120.000 meer regiobaten voor Taal en participatie ontvangen. Daar tegenover staan € 120.000 extra lasten. Er is € 450.000 meer aan ESF-subsidie (Scholen Pro/VSO en Sociale Inclusie) ontvangen dan geraamd, daar tegenover staan extra niet-geraamde kosten van € 450.000.
10A Arbeidsparticipatie DZB
Er is een voordeel ontstaan van € 1.885.000 bij DZB. Dit is opgebouwd uit een voordeel van € 546.000 bij de re-integratie activiteiten, een voordeel van € 1.751.000 bij de WSW, een nadeel van € 418.000 op Overhead (zie programma Overhead), een voordeel van € 8.000 op geldleningen en een nadeel van € 2.000 op de reserves. Het voordeel op het budget re-integratieactiviteiten is € 546.000.
Naast het reguliere budget zijn er regionale middelen beschikbaar gesteld die in het budget van DZB zijn ondergebracht. Onder het reguliere budget vallen de re-integratie en het voeren van het arbeidsontwikkelbedrijf. Onder de regionale middelen vallen bijvoorbeeld het Werkgeversservicepunt, Dichterbijdanjedenkt en bestrijding jeugdwerkloosheid. Budgetten van het project stellen we voor over te hevelen naar om in 2025 het project af te ronden. In 2024 was er nog € 565.000 beschikbaar voor het project.
Bij de overige re-integratieactiviteiten zien we een klein negatief resultaat van € 19.000 over 2024. Het voordeel op het budget WSW bedraagt € 1.751.000. In het budget WSW is in 2024 een (incidenteel) budget opgenomen van € 682.000 ten behoeve van het realiseren van een toekomstbestendige infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Dit bedrag is nodig voor de verbouwing in 2025 en stellen we daarom voor om over te hevelen. Het voordeel op het reguliere budget WSW is € 1.069.000 en wordt grotendeels veroorzaakt door het realiseren van lagere loonkosten.
10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima
Het voordeel op de baten van € 610.000 is met name ontstaan doordat het percentage oninbaar op verstrekte leenbijstand verlaagd is naar 53%. Hierdoor kon een deel van de voorziening (€ 375.000) vrijvallen. Daarnaast is er meer bijzondere bijstand als leenbijstand (€ 200.000) verstrekt.
10C Inkomensvoorzieningen
Het voordeel van € 665.000 wordt deels verklaard doordat de storting in de voorziening oninbaar € 375.000 lager is uitgevallen. Dat komt doordat een aantal grotere terugvorderingen die ontstaan zijn in 2024, al volledig terugbetaald zijn in 2024. De brutering in december is € 200.000 lager uitgekomen en er is € 60.000 minder aan loonkostensubsidies verstrekt. Brutering betekent dat bijstand netto wordt verstrekt. De gemeente berekent de fiscale afdracht en draagt dit af.
10D Schuldhulpverlening
Het voordeel van € 482.000 op de baten wordt veroorzaakt doordat er meer declarabele (uitvoerings)kosten zijn ontstaan met betrekking tot de afhandeling van de toeslagenaffaire. De hogere (uitvoerings)kosten hebben geleid tot een nadeel van € 237.000.
Er zijn geen grote afwijkingen.
INVESTERINGEN
Toelichting op investeringskredieten die worden afgesloten met een opvallend overschot
Vervanging bedrijfsmiddelen DZB 2022 en 2023
DZB Leiden heeft een beschikbaar investeringskrediet van € 522.000 in 2022 en € 526.000 in 2023. Vanuit hier worden de voortvloeiende kapitaalslasten in eigen exploitatie opgevangen. Mede in verband met de verwachte ontwikkelingen die mogelijk leiden tot een krimp van de populatie, is in 2022 en 2023 binnen het Leerwerkbedrijf een terughoudend beleid gevoerd bij het doen van investeringen.