Jaarstukken 2021

Lokale heffingen

1 . Inleiding

In deze paragraaf staan de opbrengsten en het beleid voor de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen in 2021. Eerst worden heffingen behandeld die deel uitmaken van de woonlasten, te weten de onroerende-zaakbelastingen voor woningen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Daarbij geven we een overzicht van de lokale lastendruk. Vervolgens gaan we in op de onroerende-zaakbelastingen voor niet-woningen, de toeristenbelasting, de precariobelasting, de parkeerbelasting, rechten en het kwijtscheldingsbeleid.

In 2021 is de gehele uitvoering van de onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, toeristenbelasting en precariobelasting gedaan door de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR).

Geraamde en werkelijke belastingopbrengsten 2021

Heffing

Rekening 2020

Prim.Begr 2021

Wijz. 2021

Begroting

2021

Rekening 2021

Begroting 2021-Rekening 2021

Rekening 2021-Rekening 2020

Ozb gebruikers niet-woningen

14.905.683

15.049.722

418.248

15.467.970

15.175.153

292.817

269.471

Ozb eigenaren woningen

22.485.597

23.855.313

0

23.855.313

23.692.751

162.562

1.207.154

Ozb eigenaren niet woningen

16.883.551

16.752.112

0

16.752.112

16.578.078

174.034

-305.473

Precariobelasting

8.180.145

8.259.309

0

8.259.309

9.333.410

-1.074.101

1.153.266

Afvalstoffenheffing

15.035.428

16.730.940

329.000

17.059.940

16.727.248

332.692

1.691.821

Rioolheffing

7.758.215

8.806.345

0

8.806.345

8.467.839

338.506

709.625

Parkeerbelastingen

12.057.043

12.850.295

-364.000

12.486.295

13.753.790

-1.267.495

1.696.748

Toeristenbelasting

422.439

834.541

-76.359

758.182

647.870

186.671

225.431

Totaal

97.728.099

103.138.577

308.889

103.445.466

104.376.141

-930.675

6.648.042

        

Kwijtschelding gemeentelijke heffingen

1.814.608

1.907.111

 

1.907.111

2.083.354

-176.243

268.746

2. Heffingen die deel uitmaken van de woonlasten

2.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

De OZB voor woningen is iets lager dan geraamd. Oorzaak is een lager aantal nieuwe woningen per 1-1-2021.

2.2. Rioolheffing

De rioolheffing komt lager uit dan geraamd door een lager aantal nieuwe woningen, een oplopend aantal adressen zonder ingeschreven bewoner en een daling van het aantal bewoners per adres.

2.3. Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing komt lager uit dan geraamd door een lager aantal nieuwe woningen, een oplopend aantal adressen zonder ingeschreven bewoner en een daling van het aantal bewoners per adres.

2.4. Aanduiding van de lokale lastendruk

In de tabel hieronder is de lokale lastendruk in de jaren 2020 en 2021 aangegeven. De lasten zijn weergegeven voor een huurwoning en een koopwoning en opgesplitst in de huishoudengrootten waarvoor Leiden verschillende (afgeronde) tarieven kent. Het gaat om de tarieven voor een eenpersoons- (1PH); een tweepersoons- (2PH) en een drie- of meerpersoonshuishouden (MPH).

Bij een huurwoning bestaan de lasten uit rioolheffing (RIO) en afvalstoffenheffing (ASH). Bij een koopwoning bestaan de lasten uit rioolheffing, afvalstoffenheffing en de door eigenaren verschuldigde onroerende-zaakbelasting (OZB).

De gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Leiden was voor het belastingjaar 2021 circa 287.000 (Waarderingskamer).

Woningsoort

Belasting-soort

2020 1PH

2021 1PH

 

2020 2PH

2021 2PH

 

2020 MPH

2021 MPH

Huurwoning 

OZB

-

-

 

-

-

 

-

-

 

RIO

83

91

 

119

131

 

155

170

 

ASH

187

208

 

269

299

 

351

390

 

totaal 

270 

299

 

388

430

 

506

560

    

   

   

Koopwoning 

OZB

332

356

 

332

356

 

332

356

 

RIO

83

91

 

119

131

 

155

70

 

ASH

187

208

 

269

299

 

351

390

 

totaal 

602

655

 

720 

786

 

838

916


3. Heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten

3.1. Onroerende-zaakbelastingen niet-woningen (OZB)

De raming voor de niet-woningen valt lager uit dan geraamd. Dat komt vooral door de verlaging van de waarde van objecten in de sectoren die last hebben van de coronacrisis zoals ziekenhuizen en cultuur.

3.2. Toeristenbelasting

De inkomsten uit toeristenbelasting zijn door de coronacrisis lager uitgevallen dan geraamd. De gederfde inkomsten aan toeristenbelasting over 2021 zullen in 2022 door het rijk worden gecompenseerd. Het gaat om een bedrag van 186.671. Dat is het verschil tussen primitieve raming en de werkelijke opbrengst.

3.3. Precariobelasting
De opbrengst precariobelasting komt hoger uit door hermeting van de ondergrondse kabels en leidingen. De precariobelasting o ondergrondse kabels en leidingen komt met ingang van 2022 te vervallen.

3.4. Parkeerbelastingen
Op het beleidsterrein parkeren is sprake van een voordelig saldo op de baten. Binnen het beleidsterrein parkeren wordt een onderscheid gemaakt tussen autoparkeren en fietsparkeren. In het bovenstaande schema staat de opbrengst van het autoparkeren weergegeven.

3.5. Rechten

Op grond van verschillende verordeningen worden rechten geheven ter bestrijding van de kosten van gebruik van gemeentevoorzieningen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn leges voor vergunningen en andere producten, binnenhavengeld en markt- en staangelden.

4. Kwijtscheldingsbeleid

In Leiden komen in beginsel de volgende heffingen in aanmerking voor kwijtschelding:

  • Onroerende-zaakbelastingen;
  • Rioolheffing;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Precariobelasting voor woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt;
  • Binnenhavengeld voor woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt.

De mogelijkheden tot kwijtschelding zijn wettelijk geregeld. Het is gemeenten niet toegestaan een ruimer kwijtscheldingsbeleid te hanteren. Wel is toegestaan om in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen. Leiden heeft gekozen voor het ruimst mogelijke kwijtscheldingsbeleid.

Kwijtschelding kan worden verleend als een belastingplichtige de aanslag slechts met buitengewoon bezwaar kan voldoen.

De kwijtscheldingen in 2021 zijn op basis van dit beleid verleend. Uiteindelijk zal naar verwachting over 2021 meer dan het geraamde bedrag worden kwijtgescholden. Het hogere aantal aanvragen door de Coronacrisis is hier mede de oorzaak van.

5. Kostendekking Lokale heffingen
Omdat de overhead met ingang van 2017 niet langer wordt doorgerekend aan de programma’s heeft de
wetgever bepaald dat in de paragraaf lokale heffingen volgens een voorgeschreven model inzicht wordt
gegeven in de mate van kostendekkendheid van de heffingen. Die kostendekkendheid moet buiten de
boekhouding om worden berekend. Voor de toerekening van de overhead zijn daartoe twee verdeelsleutels
toegestaan, te weten de loonkosten per taakveld of de omvang per taakveld. Beide sleutels mogen worden
toegepast, maar is eenmaal een keuze gemaakt, dan moet die sleutel ook consequent worden gehanteerd.
Deze sleutels moeten in de financiële verordening door de Raad worden bevestigd. Op basis van de opgestelde berekening kiezen wij ervoor om standaard te kiezen voor de verdeelsleutel van de loonsom per taakveld.
Loonkosten bepalen in de meeste gevallen immers een groot deel van het tarief. Die sleutel ligt dan ook het
meest voor de hand en de uitkomsten laten ook zien dat via deze sleutel verhoudingsgewijs een hoger deel van de overhead mag worden toegerekend aan de betreffende exploitatie respectievelijk in het tarief mag worden betrokken.

Berekening kostendekkendheid van de rioolheffing (bedragen x 1.000)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

7.608.406

Kwijtschelding

621.653

Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

Netto kosten taakveld

8.230.059

  

Overhead

1.901.578

Btw

813.681

Totale kosten

10.945.318

  

Opbrengst heffingen

8.467.839

  

Dekking

77,36%

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing (bedragen x 1.000)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

12.294.641

Kwijtschelding

1.421.810

Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen

-688.974

Netto kosten taakveld

14.405.425

  

Overhead

2.832.185

Btw

.1.467.104

Totale kosten

18.704.714

  

Opbrengst heffingen

16.727.248

  

Dekking

89,43%

Berekening kostendekkendheid marktgelden (bedragen x 1.000)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

460.999

Totale kosten

460.999

  

Opbrengst heffingen

246.316

  

Dekking

53,4%

Berekening kostendekkendheid van de leges (bedragen x 1.000)

 

Titel 1 Algemene diensverlening

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

2.169.096

Overhead

1.156.200

BCF - Btw

 

Totaal lasten

3.325.296

Legesopbrengsten

1.878.127

  

Titel 2 fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

3.623.669

Overhead

2.939.334

BCF - Btw

 

Totaal lasten

6.563.003

Baten

3.667.288

 

 

Titel 3 Overige leges (evenementen en horeca)

 

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente

49.596

Overhead

35.349

BCF - Btw

 

Totaal lasten

85.349

Baten

50.362

  

Kostendekkendheid

 

Titel 1 Algemene diensverlening

56,48%

Titel 2 fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

55,88%

Titel 3 Overige leges (evenementen en horeca)

59,32%