Jaarstukken 2022

Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen en garantstellingen

Het onder de balans opgenomen bedrag voor verstrekte borgstellingen bestaat uit de volgende borgstellingen:

Geldnemer

Hoofdsom

%

Schuldrestant

Schuldrestant

   

1-1-2022

31-12-2022

Directe borgstellingen

    
     

Stichting Diogenes

231

100%

26

13

Verstrekte leningen NRF

3.910

100%

1.120

938

Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

1.134

100%

448

394

Stichting Leiden Bio Science Park foundation

267

100%

257

257

Denksportcentrum Leiden

427

100%

77

61

Stichting Sportpark Haarlemmerweg Leiden

153

31%

107

92

DUWO

6.040

100%

3.914

3.743

Stichting Huisvesting Werkende Jongeren

39.034

100%

27.126

25.587

Stichting Portaal

526

100%

526

526

Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave

43.612

100%

38.196

37.242

Stichting Werk en Onderneming

2.212

100%

1.275

1.195

Marente

1.014

100%

500

421

Stichting RK Zorgcentrum Roomburgh

6.580

100%

2.904

2.662

Stichting St. Jacobshof

7.130

100%

5.704

5.466

     

Totaal directe borgstellingen

112.270

 

82.180

78.597

Waarborgfonds Sociale Woningbouw

    
     

DUWO

92.242

Achtervang

63.974

62.547

Stichting Portaal

590.731

Achtervang

370.900

394.945

Vestia groep

0

Achtervang

67

0

Woningbouwvereniging De Sleutels

255.935

Achtervang

204.425

209.829

Woningstichting Ons Doel

100.717

Achtervang

68.782

89.760

Woonzorg Nederland

247.630

Achtervang

3.275

581

     

Totaal Waarborgfonds Sociale Woningbouw

1.287.255

Achtervang

711.423

757.662

     

Totaal Waarborgfonds Eigen Woning (NHG)

360.000

Achtervang

360.000

297.000

     

Totaal dir. borgstellingen + Waarborgfondsen

1.759.525

 

1.153.603

1.133.259

Bedragen x 1.000,-

Rechtstreekse borgstelling door de gemeente (per 31 december 2022: 78.597.000)
De gemeente heeft de mogelijkheid om borg te staan voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen van instellingen die binnen het grondgebied van de gemeente actief zijn. De gemeenteraad heeft hierin echter een terughoudend beleid vastgesteld in de Verordening gemeentegaranties (RV18.0081).

Woningcorporaties, die hiertoe zijn toegelaten, organiseren hun garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Vanuit het verleden heeft de gemeente Leiden echter nog een aantal leningen direct gewaarborgd. Sinds 2007 moeten deze leningen worden geherfinancierd door het WSW. Als gevolg hiervan loopt deze borging door de gemeente Leiden geleidelijk af. Op termijn blijven hierdoor alleen borgstellingen over ten behoeve van het gemeentelijk publiek belang, van instellingen die niet via een waarborgfonds borging kunnen krijgen.

In 2022 heeft de gemeente geen betalingen hoeven te doen voor de rente en aflossingen waarvoor zij borg staat.

In 2022 zijn er geen besluiten genomen over nieuwe borgstellingen .

In 2013 heeft het College van Burgemeester en Wethouders een positief besluit genomen op het verstrekken van een borgstelling ten gunste van De Meelfabriek CV (renovatie en verbouw van het meelmagazijn), voor een bedrag van 500.000. De akte van borgstelling is nog niet ondertekend omdat het deelproject waarvoor de borging is afgegeven in een latere fase van het totale project wordt uitgevoerd.

Garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (per 31 december 2022: 757.662.000)­:
Binnen het grondgebied van de gemeente Leiden is een aantal toegelaten instellingen actief dat vanaf december 2007 borging van leningen laat lopen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW biedt corporaties de mogelijkheid om leningen aan te trekken tegen een lagere rente. Borgstelling door het WSW is echter alleen mogelijk als de Rijksoverheid en de  gemeenten een minimaal garantieniveau van het WSW garanderen. Dit heet de achtervang. De achtervang biedt financiers zekerheid, waardoor het rendement voor de financiers volledig gegarandeerd is. De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen:

  • Primaire zekerheid: de financiële middelen van de corporatie­.
    De financiële positie van de corporatie vormt de eerste zekerheid. Het WSW stelt eisen aan de kredietwaardigheid van (aspirant-) deelnemers.
  • Secundaire zekerheid: het garantievermogen van het WSW­.
    Als corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen, dan kan de financier het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve. Als de borgstellingsreserve van het WSW onder een bepaald garantieniveau komt of dreigt te komen, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de corporaties. De obligo is een financiële bijdrage die de corporatie verschuldigd is op basis van een overeenkomst tussen de corporatie en het WSW. Het garantievermogen bestaat dus uit de borgstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting. Als een financier het WSW aanspreekt, en het WSW betaalt voor een corporatie, dan krijgt het WSW een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemende corporatie heeft onroerende zaken in onderpand gegeven bij het WSW. De corporatie heeft zich verplicht deze onroerende zaken vrij van hypotheek te houden, en er op eerste verzoek van het WSW een hypotheekrecht op te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. Zo wordt de schade bij het WSW zo veel mogelijk beperkt.
  • Tertiaire zekerheid: Rijksoverheid en gemeenten­.
    De achtervangpositie van Rijk en gemeenten vormt de derde zekerheid. Indien, na het opvragen van de obligo’s en het uitoefenen van het regresrecht, het WSW nog steeds niet kan voldoen aan de verplichting, dan moeten de Rijkoverheid en de gemeenten renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dit is geregeld in de achtervangovereenkomsten die het WSW heeft met de gemeenten en de Rijksoverheid. In het geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, neemt de Rijkoverheid 50% voor haar rekening neemt en de overige 50% van de leningen moet door gemeenten worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is voor de gemeente Leiden nog nooit ingeroepen.
  • Wijziging achtervangovereenkomst WSW: medio 2021 is de achtervangovereenkomst, die het WSW afsluit met de gemeenten, gewijzigd. De grootste wijziging is dat de het risico evenwichtiger wordt verdeeld over de gemeenten, indien een corporatie werkzaam is binnen verschillende gemeenten. Het College van de gemeente Leiden is akkoord gegaan met deze wijziging.

Garantstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (per 31 december 2022: 297.000.000) ­
Naast de 100% garantstellingen en de achtervang bij de door het WSW verstrekte garantstellingen, heeft de gemeente Leiden ook een achtervangfunctie bij het Waarborgfonds Eigen Woning (WEW), beter bekend als Nationale Hypotheekgarantie.
­
De achtervangfunctie bij het WEW bestaat voor verstrekte garanties tot en met 2010 uit een achtervangovereenkomst tussen het WEW en de Rijksoverheid en (standaard) achtervangovereenkomsten tussen het WEW en alle gemeenten. Op basis van deze overeenkomsten kan het WEW bij dreigende liquiditeitstekorten een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen door het Rijk (50%) en door de gemeenten (50%). Deze achtervangfunctie kan door het WEW worden aangesproken indien het fondsvermogen kleiner is dan anderhalf maal het gemiddeld verliesniveau. Per 1 januari 2011 is deze achtervangfunctie van de gemeenten voor nieuw af te geven hypotheekgaranties vervallen en is sprake van een volledige achtervang door het Rijk. Gemeenten kunnen dus niet worden aangesproken op de risico’s die voortvloeien uit hypotheekgaranties die zijn verstrekt na 31 december 2010.

Jaarlijks verstrekt het WEW een liquiditeitsprognose over de voorliggende vijf jaar Op basis meest recente liquiditeitsprognose is de verwachting dat geen aanspraken worden gedaan op de achtervangfunctie van gemeenten en Rijk (bron: Jaarrekening WEW 2021). Jaarlijks verstrekt het WEW tevens een opgave van de nominale gegarandeerde bedrag per gemeente. Het nominaal door de gemeente Leiden gegarandeerde bedrag bedraagt € 297.000.000 (hoofdsom van de verstrekte NHG hypotheken tot 2011).