Jaarstukken 2023

Toelichting financiële afwijkingen programma's

Inleiding
De raad stelt de begroting vast. Begrotingsafwijkingen en -overschrijdingen (beleidsmatig en/of financieel) behoeven autorisatie door de raad. In de regel zullen begrotingswijzigingen vooraf door het college aan de raad worden voorgelegd ter autorisatie. Hiermee wordt toestemming gevraagd voor het te realiseren beleid en voor de besteding van het benodigde bedrag. Begrotingswijzigingen moeten volgens de Gemeentewet tijdens het jaar zelf nog door de raad worden vastgesteld.

Rechtmatigheid, hoe zat het ook al weer?
De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op programmaniveau omdat de Raad op dat niveau de begroting vaststelt. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en de lasten binnen de begroting blijven en dat wijzigingen tijdig worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Indien een wijziging niet meer in het jaar zelf is vastgesteld zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Wanneer kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten valt dit binnen de kaders van rechtmatigheid. Voorwaarde is wel dat deze kostenoverschrijdingen goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. Extra kosten die worden gemaakt omdat (extra) opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, zijn onrechtmatig wanneer deze lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten of de raad over de aanwending van deze opbrengsten nog geen besluit heeft genomen.

Toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves mogen alleen worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Bij reserves met een egalisatie- of inkomensfunctie mag een positief- of negatief exploitatiesaldo bij de jaarrekening vóór bestemming worden verrekend met de corresponderende reserve. In deze gevallen maakt het betreffende exploitatiesaldo geen onderdeel uit van het bestemmingsvoorstel bij de jaarrekening. Daarnaast mag de mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties direct met de reserve grondexploitaties worden verrekend.

Begrotingsonrechtmatigheden in 2023

Cultuur sport en recreatie (overschrijding lasten 949.000)
Primair zijn de hogere energiekosten bij de zwembaden De Zijl, De Vliet, het Vijf Meibad en de Vijf Meihal de hoofdoorzaak van de hogere lasten, met een overschrijding van circa 1.150.000. Deze toename wordt veroorzaakt door het aflopen van het energiecontract van de gemeente eind 2022, wat resulteerde in minder voordelige tarieven in 2023. Gelukkig kon een deel van deze extra lasten worden gecompenseerd door een subsidie van 840.000 van het Rijk, specifiek bestemd voor de Meerkosten Energie Openbare Zwembaden (MEOZ). Het is belangrijk op te merken dat deze subsidie niet was opgenomen in de begroting van 2023, waardoor de baten 840.000 hoger uitvielen dan gepland. Daarnaast werd bij de IJshal aan de Vliet een overschrijding van ongeveer 150.000 aan zowel inkomsten als uitgaven vastgesteld. Deze discrepantie ontstaat doordat de gemeente de opbrengsten voor Stichting De IJshal int en vervolgens doorstort naar genoemde stichting.

Toelichting op financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting

Hieronder wordt op beleidsterreinniveau bij afwijkingen op de baten en/of lasten tussen begroting en rekening > 250.000 een toelichting gegeven.

Bestuur en dienstverlening

Bestuur en dienstverlening
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

24.796

24.321

475

1,91

Baten

-3.247

-3.446

199

-6,13

Saldo

21.548

20.874

674

3,13


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Bestuur

583

-17

566

Dienstverlening

-108

216

108

Totaal

475

199

674

Bestuur

1A Bestuur

De Raad en Commissies realiseren een voordeel van 32.000. Dit voordeel bestaat hoofdzakelijk uit lager uitgevallen accountantskosten.

De Griffie realiseert een voordeel van 74.000. Deze onderbesteding komt doordat een aantal medewerkers nog in de aanloopschalen zitten en doordat het beschikbare inhuurbudget niet is ingezet vanwege een volledige bezetting in de formatie. Het budget voor de Griffierskring is 35.000 voordelig doordat er in 2023 slechts één bijeenkomst is georganiseerd.

De rekenkamer heeft een voordeel van 49.000, doordat verstrekte opdrachten voor onderzoeken in 2023 gefaseerd worden uitgevoerd en grotendeels in 2024 vallen. Vanwege het positieve resultaat van de rekenkamer is besloten om de geraamde onttrekking van 27.340 niet te realiseren. Het positieve resultaat komt daarmee op € 21.876.

Het Dagelijks Bestuur heeft een voordeel van 788.000. De kosten voor de burgemeester en wethouders zijn lager uitgevallen. Vanuit de voorziening wethouderpensioenen is 205.000 vrijgevallen. Dit werd veroorzaakt door een stijging van de rekenrente. Het budget voor de wachtgelden wethouders heeft een voordeel van € 378.000. Daarnaast is 199.000 vrijgevallen uit de voorziening wachtgelden wethouders. De vrijval is ontstaat omdat de oud-bestuurders die recht hebben op een wachtgelduitkering een andere bezoldigde functie bekleden.

Voor het organiseren verkiezingen zijn de kosten 55.000 hoger uitgevallen dan begroot. Voor het Strategisch beleidsadvies is er 108.000 nadeel. Dit is veroorzaakt door: hogere verzekeringskosten 72.000, veiligheidsmonitor 15.000, bijdrage kenniscentra 10.000 en voor de stadsenquête 14.000. Binnen deze prestatie zijn nog andere kleine voor- en nadelen gerealiseerd.

Advisering bestuur en communicatie heeft een nadeel van 105.000. Dit werd veroorzaakt door hogere kosten voor publicaties en voor representatie. Voor Holland Rijnland is er een nadeel van 149.000. Er is 150.000 te weinig onttrokken uit de reserve Holland Rijnland voor de dekking bijdrage Regionaal Investeringsfonds (RIF). In het bestemmingsvoorstel bij de jaarrekening 2023 is een voorstel opgenomen om 150.000 te onttrekken uit de reserve Holland Rijnland.

1B Dienstverlening
Geen relevante afwijkingen.

Veiligheid

Veiligheid
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

15.828

15.569

259

1,64

Baten

-1.022

-843

-179

17,49

Saldo

14.807

14.726

80

0,54


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Veiligheid

259

-179

80

Totaal

259

-179

80

2A Veiligheid
Op Dealbreakers (voorkomen criminaliteit onder jongeren) zijn 73.000 minder kosten geweest, waardoor de declarabele opbrengsten ook 73.000 lager zijn. De uitgevoerde activiteiten ter voorkoming van ondermijning hebben niet geleid tot een financiële opbrengst op dit programma waardoor een nadeel is ontstaan van
131.000. Daartegenover staat dat de kosten ondermijning 94.000 lager zijn uitgevallen. Daarnaast zijn er diverse meevallers van incidentele aard: veiligheidsprojecten (62.000), crowdmanagement (37.000), Veiligheidshuis (29.000) en Veiligheidsregio Hollands Midden (24.000).

Economie

Economie
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

12.101

11.442

659

5,45

Baten

-1.994

-2.186

192

-9,65

Saldo

10.107

9.256

852

8,43


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Ruimte om te ondernemen

316

173

489

Faciliteren/Stimuleren van ondernemen

55

-17

38

Marketing en promotie

160

36

195

Circulaire Economie

129

1

129

Totaal

659

192

852

3A Ruimte om te ondernemen

Financiële afwijkingen

Saldo

Saldo lasten

Saldo baten

Actieplan Versterking Leidse Economie

187.000

187.000

 

Revitalisering werklocaties

104.600

104.600

 

Internationaliseren

63.500

63.500

 

Gebiedsmanagement Leiden Bio Science Park

-57.200

-102.400

45.200

Overig economisch beleid

191.200

63.000

128.200

 

489.100

315.700

173.400

  • Voor het Actieplan Versterking Leidse Economie is incidenteel 250.000 ter beschikking gesteld bij de eerste begrotingswijziging 2023. Hiervan is 62.000 in 2023 besteed, dit actieplan loopt door in 2024.
    Via het Actieplan geven we in samenwerking met CML en ondernemers een praktische impuls aan de lokale Leidse economie om hiermee het lokale leef- en verblijfsklimaat van de hele stad te versterken. Via de nieuwsbrief Actieplan Leidse Lokale Impuls worden stakeholders geïnformeerd over de voortgang van deze acties. In 2023 is voor een aantal acties gewerkt aan de planvorming en ontwikkeling zoals het digitaal ondernemersloket en de stegenaanpak. In 2024 zal de focus liggen op uitvoering.
  • Voor Ruimte voor werken is een incidenteel budget beschikbaar gesteld voor de periode 2023-2026. In 2023 was er 270.000 begroot en in de komende jaren 150.000.
    Ruimte voor werken is een belangrijk speerpunt in het economisch beleid deze collegeperiode. In 2023 is samen met ondernemers en partners in de stad en regio gewerkt aan de totstandkoming van een Ontwikkelagenda Ruimte voor Werken. Deze agenda wordt in februari 2024 ter besluitvorming aan het college voorgelegd. In de Agenda worden 5 actielijnen benoemd waaraan de komende jaren uitvoering wordt gegeven en waarvoor de beschikbare middelen worden ingezet.
  • Voor de opgave Internationaliseren is een budget beschikbaar gesteld voor de periode 2021-2024. In 2023 was er 181.000 begroot en in 2024 nog 124.000.
    Enkele activiteiten zijn verschoven van 2023 naar 2024, waardoor in 2023 een onderschrijding is van 63.500, zoals bijeenkomsten met international panel, nieuwkomers welkom door een samenwerking van het Leiden International Centre met de gemeente en een buddy systeem opzetten. Verder wordt nog gewerkt aan een nieuwe folder Welcome to Leiden en een vervolg op de interviewreeks Thuis in Leiden.
  • Voor het gebiedsmanagement Leiden Bio Science Park was in 2023 411.000 begroot. Er is en overbesteding van € 102.000, waartegenover een aanvullende bijdrage staat van 45.000. Vanaf 2024 is er 520.000 beschikbaar.
    Het is en blijf onverminderd druk op het LBSP, ook met ongeplande activiteiten waar wij als gemeente op moeten reageren, zoals afgelopen jaar de netcongestie en de intensivering van de samenwerking met Katwijk. Ook zijn er grotere beheerlasten dan verwacht.

3B Faciliteren en stimuleren van ondernemen
Er zijn geen financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > 250.000

3C Marketing en promotie
Er zijn geen financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > 250.000

3D Circulaire economie
Er zijn geen financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > 250.000

Bereikbaarheid

Mobiliteit
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

32.568

27.578

4.989

15,32

Baten

-20.848

-21.030

183

-0,88

Saldo

11.720

6.548

5.172

44,13


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Bereikbaarheid

-7

0

-7

Fietsers en voetgangers

147

0

147

Openbaar vervoer

3.022

-824

2.198

Autoverkeer

-93

0

-93

Parkeren

1.518

921

2.438

Leefomgeving

403

86

488

Totaal

4.989

183

5.172

4B Openbaar vervoer

Op de lasten is sprake van een voordeel van 3,0 mln. Dit voordeel heeft betrekking op de voorbereidende studiekosten voor het knooppunt Leiden Centraal, conform afspraken met externe partijen die betrokken zijn bij het MIRT-project "Oude Lijn". Verdere besteding van deze studiekosten vindt plaats in 2024.

Op de baten is sprake van een nadeel van 824.000. Dit heeft betrekking op de bijdragen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Provincie Zuid-Holland die dienen ter dekking voor de voorbereidende strudiekosten in dat jaar. Deze bijdragen worden in 2024 ontvangen.

4D Parkeren
Op het beleidsterrein parkeren is sprake van een voordelig saldo van 2,4 mln. dat is opgebouwd uit een voordeel op de lasten van 1,5 mln. en een voordeel op de baten van 921.000. Binnen het beleidsterrein autoparkeren wordt onderscheid gemaakt tussen autoparkeren en fietsparkeren. In onderstaande tabel worden de resultaten op beide onderdelen weergegeven.

V=voordeel/N=nadeel

lasten

 

baten

 

saldo

 
       

autoparkeren

659.000

V

911.000

V

1.570.000

V

fietsparkeren

858.000

V

10.000

V

868.000

V

       
 

1.518.000

V

921.000

V

2.438.000

V

Het voordeel op de lasten bedraagt 1,5 mln. Binnen autoparkeren wordt dit voor een bedrag van 659.000 voornamelijk veroorzaakt doordat het structurele budget dat beschikbaar is gesteld voor uitbreiding betaald parkeren nog niet volledig is ingezet. Dat betreft met name budget voor uitbreiding formatie die in 2024 gaat plaatsvinden. Daarnaast is ook het budget voor begeleiding van de uitbreiding betaald parkeren niet volledig ingezet. Binnen het fietsparkeren bedraagt het voordeel 911.000, voornamelijk veroorzaakt doordat de fietsgarages De Geus en Mosterdsteeg nog niet zijn geopend. In de begroting 2023 is hiervoor wel budget begroot.

Het voordeel op de baten bedraagt 921.000 en heeft betrekking op hogere parkeeropbrengsten met name bij de naheffingen en de vergunningen. Dit mede als gevolg van uitbreiding betaald parkeren in 2023. De ervaring leert dat bij uitbreiding betaald parkeren de naheffingen, als gevolg van gewenning, in het eerste jaar hoger zijn dan gemiddeld. Dit in combinatie met efficiënte handhaving met twee scanvoertuigen met opvolgers.

Het voordelige saldo van de fiets- en parkeerexploitatie van 2,2 mln. wordt bij de bestemming van het resultaat gestort in de reserve parkeren.

4E Leefomgeving
Het voordeel op de lasten bedraagt 403.000 en heeft betrekking op de vertraging binnen het project zero emissie. Dit als gevolg van vertraging in de landelijke ontwikkelingen op dit gebied zoals de realisatie van een centraal loket en het ontheffingsbeleid zero emissie. Dat raakt ook het Leidse project bijvoorbeeld ten aanzien van communicatie en invoering danwel uitvoering van maatregelen.

Omgevingskwaliteit

Omgevingskwaliteit
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

71.468

68.840

2.628

3,68

Baten

-38.138

-37.971

-167

0,44

Saldo

33.330

30.869

2.461

7,38


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Verharde openbare ruimte

1.373

-438

935

Openbaar water

884

-981

-97

Openbaar groen

-112

1.186

1.074

Milieu en duurzaamheid

288

65

354

Klimaatadaptatie

195

0

195

Totaal

2.628

-167

2.461

5A Verharde openbare ruimte

In 2023 hebben we bij de lasten een voordeel van 1.373.000. Het voordeel komt o.a. door de volgende
lasten:

  • Minder afvalverwerkingskosten (226.000) door het grondstoffenbeleid dat inzet op betere afvalscheiding en meer preventie.
  • Minder lasten bij herstel sleuven na werkzaamheden voor kabels en Leidingen (152.000). Bij deze werkzaamheden zijn we afhankelijk van nutspartijen waardoor we niet volledig kunnen bijsturen.
  • Minder inspectiekosten bij kunstwerken en Wegen (168.000). Bij kunstwerken waren er kosten gereserveerd voor onderzoek die uiteindelijk niet hebben plaatsgevonden (76.000) en bij wegen was er minder noodzaak tot onderzoek (€92.000).
  • De gemeentelijke heffingen, zoals OZB, zijn dit jaar niet altijd doorbelast naar de betreffende prestaties. Hierdoor is bij de openbare verharding een voordeel ontstaan van 130.000.
  • Minder lasten bij het realiseren van een Verticaal Kabels en Leidingensysteem (290.000). Vanuit een aantal gemeenten en een tweetal deelnemende partijen hebben we een bijdragen ontvangen voor het realiseren van een Verticaal Kabels en Leidingensysteem. In 2023 vielen de kosten lager uit doordat de voorbereiding meer tijd vraagt door een intensieve samenwerking met de stakeholders. De baten in 2023 zijn hierdoor ook lager dan begroot. Op totaal niveau (baten en lasten bij elkaar) is het resultaat budgetneutraal.

In 2023 hebben we bij de baten een nadeel van 438.000. Dit komt o.a. door:

  • Minder opbrengst papier als gevolg van marktontwikkeling (180.000).
  • Minder baten vanuit de afvalstofheffing (230.000) door teruggaven van belasting van voorgaande jaren.
  • Minder baten bij het realiseren van een Verticaal Kabels en Leidingensysteem (290.000). Dit staat gelijk aan de lagere lasten. Op totaal niveau (baten en lasten bij elkaar) is het resultaat budgetneutraal.

5B Openbaar water
Binnen het beleidsterrein 'Openbaar water' is er op de lasten sprake van een voordeel van 884.000. Het voordeel komt o.a. door de Specifieke Uitkering (SPUK) Klimaatadaptatie (662.000). De gemeente Leiden heeft een kassier-functie voor de regiogemeenten voor de SPUK Klimaatadaptatie. In 2022 is 662.000 betaald en verantwoord als last voor SPUK Klimaatadaptatie aan regiogemeenten. Deze bedragen zijn door de regiogemeenten niet uitgegeven waardoor deze bedragen nu als vooruitbetaalde post op de balans zijn opgenomen, dit resulteert in een voordeel bij de last. Hier staat geen budget tegenover.

Op de baten is een nadeel van 981.000. Dit nadeel komt o.a. door:

  • De SPUK Klimaatadaptatie (662.000). De gemeente Leiden heeft een kassier-functie voor de regiogemeenten voor de SPUK Klimaatadaptatie. Hierdoor vind de correctie bij de lasten ook plaats bij de baten omdat deze per saldo nul is.
  • Minder baten rioolheffing (403.000). Dit komt met name door een lager waterverbruik bij bedrijven.

5C Openbaar groen
Binnen beleidsterrein 'openbaar groen' is op de lasten een nadeel van 120.000. Dit nadeel komt o.a. door:

  • Een nadeel bij het kappen van bomen (909.000). Het betreft een storting in het Bomenfonds die nooit wordt begroot. Bij de baten hebben we hierdoor we een voordeel omdat de ontvangen gelden (waarborg) hier binnen komen.
  • Een nadeel bij de lasten voor polderpark Cronesteyn (291.000). Door een subsidie vanuit de provincie voor polderpark Cronesteyn van 291.000, zijn de extra uitgaven hier terecht gekomen. De subsidie is terecht gekomen bij de baten.
  • Een voordeel bij diverse lasten bij het beheren van het openbaar groen (488.000). Zoals groenbeheer, beheer openbare speelplaatsen, beheerskosten klimaatadaptieve maatregelen en objecten begraafplaats Groenesteeg.
  • Een voordeel van 310.000 doordat diverse groenprojecten pas later gerealiseerd konden worden zoals Park Levendaal en diverse boomplant projecten. In 2023 zijn bedragen uit de reserve Bomenfonds gehaald voor diverse projecten zoals de pilot babyboom en extra bomen binnenstad. In 2023 is gebleken dat het niet haalbaar was om voor al deze middelen bomen te planten.
  • Een voordeel op investeringen groenvoorziening (104.000). Het betreft de werkzaamheden voor het Masterplan Rhijnhof, die zich bevindt in de afrondende fase. De laatste werkzaamheden worden in 2024 afgerond. Hierdoor is het budget van 2023 niet volledig benut.

    Binnen beleidsterrein 'openbaar groen' is op de baten een voordeel van afgerond 1,2 miljoen. Dit voordeel komt o.a. door:
  • De ontvangen gelden (waarborg) vanuit het bomenfonds (841.000). Het betrof de ontvangen gelden die aan de gemeente voldaan zijn voor het kappen van bomen. Deze baten worden nooit begroot waardoor hier een voordeel ontstaat.
  • Een subsidie vanuit de provincie voor polderpark Cronesteyn (291.000). Deze subsidie en bijhorende kosten waren niet begroot. De uitgaven voor deze subsidie zijn bij de lasten terechtgekomen.

5D Milieu en duurzaamheid

In 2023 hebben we bij de lasten een voordeel van 288.000. Het voordeel komt o.a. door de bijdrage aan de Omgevingsdienst West-Holland (ODWH) van 2022 . Deze viel lager uit (163.000). In 2023 heeft er daarom een teruggave plaatsgevonden n.a.v. de afrekening over de bijdrage 2022.

Stedelijke ontwikkeling

Stedelijke ontwikkeling
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

53.915

48.576

5.339

9,90

Baten

-39.979

-38.484

-1.495

3,74

Saldo

13.936

10.092

3.844

27,58


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

424

1.292

1.717

Gemeentelijk vastgoed

1.754

-1.065

690

Wonen

82

0

82

Energietransitie

3.079

-1.723

1.356

Totaal

5.339

-1.495

3.844

Toelichting op beleidsterreinen met financiële afwijkingen (op de lasten en/of baten) > 250.000

Het resultaat van het programma Stedelijke Ontwikkeling is voor bestemming 3,8 miljoen positief.

6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

De werkelijke lasten zijn 0,4 miljoen lager dan begroot. Reden is onder meer dat de leges van gemeentelijke projecten verrekend zijn middels een interne verrekening. Aangezien deze interne verrekeningen niet zijn begroot resulteert dit in een voordeel van 0,2 miljoen. Voordeel aan de lastenkant ontstaat doordat deze opbrengsten van leges als negatieve last zijn verantwoord. De kosten voor verlenen van bouwvergunningen zijn in 2023 0,1 miljoen lager dan begroot. Dit als gevolg van het minder uitbesteden van werkzaamheden bij derden. Ook zijn de kosten van handhaving op naleven van bouwregelgeving lager (0,1 miljoen) doordat er minder proceskosten zijn gemaakt.

Het voordeel op de baten van 1,3 miljoen komt grotendeels tot stand door het realiseren van hogere leges
op de bouwvergunningen. De inkomsten uit leges zijn voor een groot deel toe te schrijven aan bouwprojecten op het BioScience park, Willem de Zwijgerlaan, Corantijnstraat en Lammenschansweg.

6B Gemeentelijk vastgoed

Het resultaat van het beleidsterrein gemeentelijk vastgoed is 0,7 miljoen positief. Resultaat komt tot stand doordat de werkelijke lasten binnen dit beleidsterrein afgerond 1,7 miljoen lager zijn dan begroot wat resulteert in een voordeel aan de lastenkant. Daarnaast zijn de werkelijke baten afgerond 1,0 miljoen lager dan begroot wat resulteert in een nadeel aan de batenkant. In onderstaande tabel zijn de voordelen en nadelen van het beleidsterrein Gemeentelijk vastgoed per betreffende prestatie opgenomen. Vervolgens wordt per prestatie een toelichting gedaan.

Prestatie (bedragen x 1.000)

 

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil 2023

 

Prestatie voer erfpachtbedrijf

Lasten

1.721

1.586

135

voordeel

Baten

-2.147

-2.432

285

voordeel

Presatie opstellen MPG en Vermogensbeheer Grondexploitaties

Lasten

24.657

21.857

2.800

voordeel

Baten

-20.232

-17.506

2.726

nadeel

Prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Lasten

9.297

10.477

1.181

nadeel

Baten

-8.191

-9.567

1.376

voordeel

Totaal beleidsterrein Gemeentelijk vastgoed

Lasten

35.675

33.921

1.754

voordeel

Baten

-30.569

-29.504

1.065

nadeel

Prestatie voeren erfpachtbedrijf

De werkelijke lasten zijn 135.000 lager dan begroot. Dit komt met name door lagere kosten voor ICT (erfpachtsysteem Totallink) en inhuur. De werkelijke baten binnen deze prestatie zijn 285.000 hoger dan begroot. Deze hogere opbrengst is voornamelijk het gevolg van incidentele opbrengsten door verkoop van erfpachtgronden naar volledige eigendom en canonherzieningen. Daarnaast zijn er suppletievergoedingen ontvangen van woningbouwvereniging Ons Doel voor het omzetten van erfpachtpercelen met sociale huurwoningen naar erfpachtpercelen met koopwoningen.

Prestatie opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer

Onderdeel van deze prestatie zijn naast de actieve grondexploitaties onder incidentele inkomsten uit verkoop van grondopbrengsten, huren gronden en kosten die gemoeid zijn met de verhuur, de beheerskosten van strategisch vastgoed en het zogenaamde werken voor derden (budgetten waar de gemeente een bijdrage van een derde voor ontvangt zoals intentieovereenkomsten en anterieure overeenkomsten). De werkelijke lasten binnen deze prestatie zijn 2,8 miljoen lager dan begroot (voordeel). De werkelijke baten binnen deze prestatie zijn 2,7 miljoen lager dan begroot (nadeel). In onderstaande tabel is de afwijking van de lasten ten opzichte van de begroting opgenomen. Vervolgens wordt per onderdeel een toelichting gegeven.

Prestatie opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties (bedragen x 1.000)

a - Lasten actieve grondexploitaties

Lasten

4.200

voordeel

b - Exploitatiebijdrage aan investeringen

Lasten

1.200

voordeel

c - Voorziening negatieve grondexploitaties

Lasten

800

nadeel

d - Afrondende werkzaamheden Aalmarkt

Lasten

200

voordeel

e - Beheerskosten tijdelijk vastgoed

Lasten

500

nadeel

f - Werninkterrein

Lasten

700

voordeel

g - Werken voor derden

Lasten

2.000

nadeel

h - Lasten overige exploitatiebudgetten

Lasten

200

nadeel

 

Totaal lasten

2.800

voordeel

a - Lasten actieve grondexploitaties

De gerealiseerde lasten van de grondexploitaties zijn in 2023 4,2 miloen lager dan begroot. De niet gerealiseerde lasten schuiven door naar 2024. Zie voor een nadere toelichting van alle gemeentelijke grondexploitaties paragraaf 2.3.7 Grondbeleid.

b - Exploitatiebijdrage aan investeringen

Het budget exploitatiebijdragen aan investeringen heeft en voordeel van 1,2 miljoen. Dit betreft verschillende bijdragen vanuit reserves aan kredieten die nog niet volledig zijn uitgegeven en worden doorgeschoven naar 2024.

c - Voorziening negatieve grondexploitaties

De voorziening negatieve grondexploitaties neemt toe met 1,5 miljoen (nadeel). De grondexploitatie Lammenschansdriehoek wordt 1,7 miljoen negatiever. De grondexploitatie GEO Noord wordt 0,3 miljoen negatiever. En de grondexploitatie STEO-Rijnsburgerblok 1-2, 5 wordt 0,5 miljoen positiever. Dit resulteert in een toename van de voorziening negatieve grondexploitatie met 1,5 miljoen (nadeel). Daarnaast wordt aan de voorziening 2% rente toegevoegd. In 2023 betreft dit een toevoeging van 0,2 miljoen. In de exploitatie is hiervoor 0,5 miljoen beschikbaar. Dit betekent een voordeel in de exploitatie van 0,3 miljoen (voordeel). Voor de grondexploitatie Rhijnvreugd is in 2023 in de exploitatie een budget begroot ter hoogte van 0,4 miljoen voor dekking tekort resultaat grondexploitatie. Dit budget is in 2023 niet aangesproken aangezien de historische plankosten al verrekend zijn met de reserve Grondexploitaties (vanuit het krediet Inititiatieven derden). Dit leidt tot een voordeel van afgerond 0,4 miljoen (voordeel).

d - Afrondende werkzaamheden Aalmarkt

Voor het afronden van de werkzaamheden uit de grondexploitatie Aalmarkt is een restkrediet/budget beschikbaar gesteld. In 2023 zijn nog niet alle werkzaamheden uitgevoerd. Per eind 2023 is nog 0,2 miljoen beschikbaar.

e - Beheerskosten tijdelijk vastgoed

De beheerskosten van het tijdelijk vastgoed (strategisch vastgoed) zijn ten opzichte van het beschikbare budget met 0,5 miljoen overschreden. Overschrijding komt met name tot stand door hogere energiekosten (0,4 miljoen) als gevolg van een stijging van de energietarieven in 2023. Kanttekening hierbij is dat energiekosten doorbelast worden aan huurders (middels voorschotten en eindafrekening jaar er op), zie ook toelichting k - baten tijdelijk vastgoed. Daarnaast is als gevolg van onderhoud vastgoed en OZB voorgaande jaren een nadeel gerealiseerd van 0,1 miljoen.

f - Werninkterrein

In de 2e voortgangsrapportage 2023 (RB23.0087) is 1,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het afboeken van de kosten en het terugbetalen van de ontvangen WBI subsidie voor het afgesloten project Werninkterrein. Aan de lasten kant is een voordeel van 0,7 miljoen omdat de terug te betalen subsidie vanuit de batenkant moet worden verantwoord.

g - Lasten werken voor derden (facilitair grondbeleid)

Het werken voor derden budget betreft projecten van derden waarbij de gemeente met een initiatiefnemer een intentieovereenkomst dan wel een anterieure overeenkomst heeft afgesloten. Om deze lasten te kunnen bekostigen ontvangt de gemeente een exploitatiebijdrage van de initiatiefnemer die gelijk is aan de te maken kosten. In 2023 zijn de totaal gerealiseerde lasten 2,1 miljoen hoger dan begroot. Tegenover deze hogere lasten is in 2023 ook een hogere exploitatiebijdrage ontvangen, zie hiervoor de toelichting bij punt j - werken voor derden.

l - Lasten overige exploitatiebudgetten

Dit betreft met name een overschrijding op het beschikbare budget van gemeentelijke heffinge gronden en terreinen. In 2023 is door de BSGR ook nog OZB en waterschapsheffingen uit voorgaande jaren doorbelast (150.000 nadeel). Daarnaast is voor beheerskosten gronden en terreinen een nadeel ontstaan van afgerond 50.000.

In onderstaande tabel is ten opzichte van de begroting de afwijking van de baten opgenomen (een nadeel van 2,7 miljoen). Vervolgens wordt per onderdeel een toelichting gegeven.

Prestatie opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties (bedragen x 1.000)

i - Baten actieve grondexploitaties

Baten

4.200

nadeel

j - Werken voor derden

Baten

1.900

voordeel

k - Baten tijdelijk vastgoed

Baten

200

voordeel

l - Bijdrage Werninkterrein

Baten

600

nadeel

m - Bijdrage initiatieven derden

Baten

100

voordeel

n - Overige opbrengsten

Baten

100

nadeel

 

Totaal baten

2.700

nadeel

i - Baten actieve grondexploitaties

De gerealiseerde baten van de grondexploitaties is in 2023 4,2 miljoen lager dan begroot. De niet gerealiseerde opbrengsten in 2023 schuiven door naar 2024. Zie voor een nadere toelichting van alle gemeentelijke grondexploitaties paragraaf 2.3.7 Grondbeleid.

j - Werken voor derden (facilitair grondbeleid)

Zie ook toelichting bij punt g. In 2023 zijn de gerealiseerde opbrengsten in de exploitatie 1,9 miljoen hoger dan begroot.

k - Baten tijdelijk vastgoed

De baten laten een voordeel zien van 0,2 miljoen. Reden hiervan is dat bij het pand Langegracht 70 de huurder in 2023 is vertrokken waardoor het pand een periode leeg heeft gestaan (0,2 miljoen nadeel). Als gevolg van hogere energielasten zijn er ook meer energielasten doorbelast aan huurders (0,4 miljoen voordeel).

l - Bijdrage Werninkterrein

In de 2e voortgangsrapportage 2023 (RB23.0087) is 1,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het afboeken van de kosten en het terugbetalen van de ontvangen WBI subsidie voor het afgesloten project Werninkterrein, zie hiervoor toelichting bij f - Werninkterrein. Omdat de terugbetaling van de subsidie vanaf de batenkant geboekt wordt en hier geen begroting tegenover staat ontstaat hier een nadeel van 0,6 miljoen. Tegenover deze nadeel staat een voordeel van 0,7 miljoen aan de lastenkant.

m - Bijdrage initiatieven derden

Eind 2023 heeft de gemeente van de initiatiefnemers van de projecten Pesthuislaan en Rooseveltstraat een voorschot voor vergoeding plankosten gekregen (150.000 voordeel).

n - Overige opbrengsten

De grondverkoop van het project Parel Morsweg heeft in 2023 niet plaats gevonden. Deze verkoop schuift door naar 2024 (30.000 nadeel). De reserveringsvergoeding voor het project Einsteinweg is onterecht in de begroting van huur tuingronden opgenomen waardoor deze opbrengst twee keer is begroot (50.000 nadeel).

Prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Onderdeel van deze prestatie zijn onder andere de exploitatiebudgetten van maatschappelijk vastgoed, de facilitaire werkzaamheden van Multifunctionele accommodaties, het projectbudget Trien Semlerstraat 1-14 (woonwagens). De werkelijke lasten binnen deze prestatie zijn 1,2 miljoen hoger dan begroot (nadeel). Hier tegen over staat dat de werkelijk baten 1,4 miljoen hoger zijn dan begroot (voordeel).

Prestatie (bedragen x 1.000)

 

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil 2023

 

Prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Lasten

9.300

10.500

1.200

nadeel

 

Baten

-8.200

-9.500

1.300

voordeel

Lasten prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen

De exploitatie van maatschappelijk vastgoed laat met name door de hoge energietarieven een tekort zien van 0,5 miljoen (nadeel). Dit tekort wordt grotendeels gecompenseerd doordat energiekosten worden doorbelast aan de gebruikers (wordt verantwoord bij de baten). In 2023 zijn niet alle gemeentelijke heffingen zoals OZB doorbelast naar de betreffende prestaties. Hierdoor ontstaat binnen de prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen (binnen deze prestatie worden de facturen van de BSGR verantwoord om vervolgens intern doorbelast te worden naar de verschillende prestaties) een nadeel van 0,25 miljoen (nadeel). Tegenover dit nadeel ontstaat binnen een ander programma van de gemeentelijke begroting een voordeel. De onderhoudskosten van de panden uit de portefeuille maatschappelijk vastgoed zijn 0,1 miljoen hoger dan begroot (nadeel). Dit met name als gevolg van meerdere kleinere calamiteiten (dagelijks onderhoud). De facilitaire kosten van MFA's worden doorbelast aan de gebruikers. Zowel de lasten als de baten zijn niet begroot. Aangezien deze lasten niet worden begroot leidt dit tot een nadeel aan de lastenkant van 0,7 miljoen. Het projectbudget van Trien Semlerstraat 1-14 is in 2023 niet volledig ingezet (0,4 miljoen voordeel). Dit budget schuift door naar 2024.


Baten prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen

Als gevolg van de stijgende energietarieven worden ook meer energiekosten doorbelast aan de gebruikers. In 2023 is 0,5 miljoen meer doorbelast aan gebruikers (voordeel). De facilitaire kosten van MFA's worden doorbelast aan de gebruikers. Aangezien deze opbrengsten niet worden begroot leidt dit tot een voordeel van 0,7 miljoen.

6C Wonen

De afwijkingen binnen dit beleidsterrein zijn in 2023 lager dan 250.000. Aan de lastenkant is de realisatie 80.000 lager dan begroot. Aan de batenkant geen afwijking.

6D Energietransitie

De lasten op het beleidsveld energietransitie zijn 2,5 miljoen lager dan begroot. Dit komt voornamelijk door een lagere realisatie op de budgetten van energiearmoede (1.270.000 voordeel), isolatie (439.000 voordeel), lagere bijdrage aan WLR (291.000 voordeel) en een lagere realisatie voor een toekomstbestendig energiesysteem (123.000 voordeel). De onderbestedingen komen tot stand doordat deze incidentele budgetten beschikbaar zijn voor de periode 2023-2025. Deze zijn echter volledig in 2023 begroot, maar worden vervolgens in de periode 2023-2025 ingezet. In 2023 zijn binnen de energietransitie extra middelen ontvangen voor inrichting en uitvoering organisatie. Hiervan is 670.000 (voordeel) niet besteed aangezien de organisatie nog niet op volle sterkte is. Aan de andere kant zijn meer kosten gemaakt voor energiebesparing (191.000 nadeel) en het burgerberaad (67.000 nadeel) dan begroot.

Beleidsterrein energietransitie (bedragen x 1.000)

Energiearmoede

Lasten

1.300

voordeel

Isolatie

Lasten

400

voordeel

Warmte Leidse regio (WLR)

Lasten

300

voordeel

Toekomstbestendig energiesysteem

Lasten

100

voordeel

Energiebesparing

Lasten

200

nadeel

Burgerberaad

Lasten

100

nadeel

Organisatie

Lasten

700

voordeel

 

totaal lasten

2.500

voordeel

De baten op het beleidsveld energietransitie zijn 1,2 miljoen lager dan begroot. Dit komt voornamelijk door een lagere realisatie op de SPUK energiearmoede (874.000) en de SPUK isolatie (439.000). Beide regelingen hebben een looptijd t/m 2025. Aan de andere kant is een hogere bijdrage derden (o.a. bijdrage WLQ) ontvangen (134.000) dan begroot.

Beleidsterrein energietransitie (bedragen x 1.000)

Energiearmoede

baten

900

nadeel

Isolatie

baten

400

nadeel

Organisatie

baten

100

voordeel

 

totaal baten

1.200

nadeel

Jeugd en onderwijs

Jeugd en onderwijs
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

66.158

65.954

204

0,31

Baten

-9.596

-9.426

-170

1,77

Saldo

56.562

56.529

34

0,06


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Jeugd

-1.370

-79

-1.449

Peuterspeelopvang en kinderopvang

111

-37

73

Onderwijsbeleid

368

-237

131

Onderwijshuisvesting

1.095

183

1.278

Totaal

204

-170

34

7A Jeugd
Er is sprake van een overschrijding van de begrote lasten met circa 1,37 miljoen, terwijl de begrote baten circa 0,1 miljoen lager zijn. Per saldo komt dit neer op een negatief resultaat van circa 1,45 miljoen.

Op het onderdeel regionale Jeugdhulp is ten opzichte van de raming per saldo een nadeel verantwoord van 1,5 miljoen. Dit is een gevolg van het pas laat bekend worden van enkele regionale tegenvallers, o.a. als gevolg van extra gehonoreerde aanvragen door het Expertteam en tegenvallers in de kosten voor hoog specialistische hulp op basis van het Landelijk Transitiearrangement. Deze laaste vorm van jeugdhulp is voor de gemeente onbeïnvloedbaar. Verder is er sprake geweest van late facturering door een grote aanbieder, waardoor deze kosten niet eerder in de prognose zijn voorzien. Tegenover deze tegenvallende kosten staat een totaal van ca. 0,5 miljoen aan onderbestedingen van o.a. regionale uitvoeringskosten Jeugd , PGB's Jeugd en Jeugdparticipatie.

7B Peuterspeelopvang en kinderopvang
Er zijn geen relevante afwijkingen

7C Onderwijsbeleid
Er is sprake van een onderschrijding van de begrote lasten met 368.000, terwijl de begrote baten circa 237.00 lager zijn. Per saldo komt dit neer op een positief resultaat van 131.000.

Op het beleidsonderdeel onderwijskansen beleid is voornamelijk door een aantal terugvorderingen van subsidies over de afgelopen jaren op de lasten 219.000 minder besteed. Hier staat een lagere rijksbijdrage van 173.000 tegenover. Verder zijn de kosten van leerlingenvervoer 210.000 lager. Belangrijke oorzaak hiervan is dat van het extra budget voor leerlingenvervoer Oekrainiers ca. 152.000 niet tot besteding is gekomen. Op de onderdelen Onderwijsinnovatie en LEA is 103.000 niet besteed. Tenslotte is er bij het project VRAC (it takes a Village to Raise A Child) sprake van een tegenvaller van ca. 157.000, waarvan 111.000 veroorzaakt is door een nagekomen factuur over 2022.

7D Onderwijshuisvesting
Er is sprake van een onderschrijding van de begrote lasten met 1.095.000, terwijl de begrote baten circa 183.000 hoger zijn. Per saldo komt dit neer op een positief resultaat van 1.278.000.

Er is een eenmalige bijdrage van 796.033 ontvangen van het COA in het kader van de regeling onderwijshuisvesting asielzoekers (OHBA). Deze bijdrage is bedoeld voor de periode 2023 t/m 2026. Dit betreffen middelen voor de huisvestingskosten (investeringen, huren, OZB, verzekeringen) voor het basisonderwijs aan asielzoekerskinderen. In 2023 zijn hiervoor nog geen bestedingen gedaan, deze worden verwacht in 2024 en verder. Als gevolg van extra rijksbijdragen in het kader van de SUVIS regeling (specifieke uitkering ventilatie in scholen) is er op de baten sprake van een voordeel van per saldo 161.000. Daar tegenover staat een nadeel op de lasten van 161.000. Op de overige huisvestingslasten is per saldo een voordeel ontstaan van ca. 440.000.

Cultuur, sport en recreatie

Cultuur, sport en recreatie
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

43.145

44.094

-949

-2,20

Baten

-9.544

-11.503

1.959

-20,53

Saldo

33.601

32.591

1.010

3,01


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Cultuur

432

-93

338

Cultureel erfgoed

-10

65

55

Sport

-1.444

1.974

530

Recreatie

73

13

86

Totaal

-949

1.959

1.010

8A Cultuur
Er is sprake van een onderschrijding van de begrote lasten met circa € 432.000, terwijl de gerealiseerde baten €93.000 lager zijn dan begroot. Per saldo een positief resultaat van € 338.000. De afwijking van de lasten wordt veroorzaakt door een voordeel op de energiecompensatie subsidie en een voordeel op de plankosten huisvesting bibliotheek en de maatwerk culturele instellingen.


De gemeente wil met de subsidie energiecompensatie Leidse culturele organisaties en makers voorkomen dat culturele organisaties hun activiteiten en culturele aanbod niet op peil kunnen houden door de gestegen energiekosten in 2022 en 2023 (uitvoering regeling is in begrotingsjaar 2023 en 2024). Om de culturele instellingen te compenseren is in 2023 door de gemeenteraad bij de kaderbrief een budget van 555.000 voor 2023 beschikbaar gesteld. Hiervan is € 177.000 aangevraagd en uitgekeerd in 2023. De verwachting is dat de culturele instelling aanspraak zullen maken op het resterende budget in 2024.

De gemeenteraad heeft in 2023 een budget beschikbaar gesteld voor de plankosten van de huisvesting van de bibliotheek. Het onderzoek naar de scenario's voor de vernieuwing van de bibliotheek loopt door in 2024, hierdoor is een onderschrijding van het budget van € 169.000.

De gemeenteraad heeft in 2023 een budget beschikbaar gesteld voor maatwerk van culturele instellingen. De werkzaamheden zijn nog niet afgerond, het onderzoek en de uitvoering van de maatwerkoplossingen lopen door in 2024. Ook niet alle gemaakte afspraken zijn administratief in 2023 afgerond. Hierdoor is er een onderschrijding van € 179.000.

Museum de Lakenhal heeft op de lasten een tekort van 81.000 en op de baten een tekort van 257.000. Het tekort op de lasten wordt voornamelijk veroorzaakt door een verkeerde inschatting van energiekosten, waardoor deze niet volledig zijn gecompenseerd (65.000). Het tekort op de baten is veroorzaakt door tegenvallende opbrengsten van commerciële evenementen 113.000 en tegenvallende inkomsten met betrekking tot entreegelden 144.000. Het laatste kan worden verklaard doordat de bezoekerscijfers (nog) niet op het niveau van de oorspronkelijke Business Case zijn Voor 2023 is er daarom ingeteerd op de reserve van MDL, die hiermee op 0,- staat. Museum De Lakenhal werkt in 2024 aan een toekomstplan met een voorstel voor een realistische businesscase voor de bedrijfsvoering na de Restauratie & Uitbreiding en de coronajaren.

Verder is er een tekort op projecten en tentoonstellingen (ten laste van de bijbehorende reserve) van 129.000. Dit wordt volledige verklaard vanwege het feit dat tentoonstellingen veelal over meerdere jaren lopen en dat kosten op voorhand worden gemaakt en opbrengsten na afloop (soms veel later) worden ontvangen. Tenslotte zijn er overschotten op restauratie en aankopen van kunstwerken (ten bate van de bijbehorende reserve) van in totaal 70.000. Deze zullen worden aangewend voor meer omvangrijke aankopen/restauraties in de toekomst.

8B Cultureel erfgoed
Er zijn geen relevante afwijkingen.

8C Sport
Er is sprake van een overschrijding van de begrote lasten met circa 1.400.000, terwijl de gerealiseerde baten 1.974.000 hoger zijn dan begroot. Per saldo een positief resultaat van € 530.000.

De hogere energiekosten bij de zwembaden De Zijl, De Vliet, het Vijf Meibad en de Vijf Meihal zijn de hoofdoorzaak van de hogere lasten, met een overschrijding van circa 1.150.000. Deze toename wordt veroorzaakt door het aflopen van het energiecontract van de gemeente eind 2022, wat resulteerde in minder voordelige tarieven in 2023. Een deel van deze extra lasten worden gecompenseerd door een subsidie van 840.000 van het Rijk, specifiek bestemd voor de Meerkosten Energie Openbare Zwembaden (MEOZ). Deze subsidie niet was opgenomen in de begroting van 2023, waardoor de baten 840.000 hoger uitvielen dan gepland. Daarnaast werd bij de IJshal aan de Vliet een overschrijding van ongeveer 150.000 aan zowel inkomsten als uitgaven vastgesteld. Deze discrepantie ontstaat doordat de gemeente de opbrengsten voor Stichting De IJshal int en vervolgens doorstort naar genoemde stichting. Tot slot zijn de kosten voor combinatiefunctionarissen hoger dan begroot, namelijk 70.500, vanwege nieuwe cao-afspraken.

Zoals eerder beschreven heeft de gemeente circa 1.900.000 meer aan inkomsten gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Een deel hiervan (840.000) is toe te schrijven aan de eerder genoemde subsidie voor Meerkosten Energie Openbare Zwembaden, terwijl een ander deel (150.000) voortkomt uit de inkomsten die de gemeente int voor Stichting De IJshal. Verder zijn de inkomsten bij Sportcomplex 1574 en Binnenbad De Vliet hoger dan begroot, wat samen goed is voor circa 500.000. Dit komt doordat de opening van deze faciliteiten in het laatste kwartaal van 2023 plaatsvond en de gemeente dus met drie maanden rekening heeft gehouden in de begroting. In dit laatste kwartaal is meer gerealiseerd aan baten dan verwacht. Vanaf 2024 is hier rekening mee gehouden in de begroting. Ook bij de gymnastieklokalen is er 100.000 meer aan inkomsten dan begroot, waarbij dit wordt gecompenseerd door externe huur van een zaal. Verder is er een voordeel van €100.000 behaald op de Subsidie Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK). Oorspronkelijk waren de verwachte subsidie-inkomsten voor sportinvesteringen meerjarig en centraal begroot. In de praktijk bleek dit echter onwenselijk vanwege de noodzaak om de begroting voortdurend aan te passen vanwege verschuivingen in subsidies naar andere jaren dan verwacht. De compensatie die het Rijk heeft verstrekt, was daarom hoger dan voorzien. Tot slot zijn de baten van de brede regeling combinatiefunctionarissen 250.000 hoger dan begroot. Dit komt omdat de combinatiefunctionarissen zijn gecofinancierd vanuit andere onderdelen die elders geraamd staan, maar hier worden geboekt.

8D Recreatie
Er zijn geen relevante afwijkingen.

Maatschappelijke ondersteuning

Maatschappelijke ondersteuning
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

125.537

118.916

6.621

5,27

Baten

-26.411

-22.523

-3.889

14,72

Saldo

99.126

96.393

2.732

2,76


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Sociale binding en participatie

964

-69

895

Preventie

4.317

-3.647

670

Ondersteuning

-1.210

-161

-1.371

Kwetsbare groepen

2.550

-12

2.538

Totaal

6.621

-3.889

2.732

9A Sociale binding en participatie
Bestaande uitgaven konden worden verantwoord onder de specifieke uitkering GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord), die loopt van 2023 t/m 2026. Op de reguliere budgetten is daardoor een voordeel ontstaan van 0,5 miljoen. Op de wijkvisie Roomburg Meerburg is een onderbesteding ontstaan van 97.000 doordat de visie pas in 2024 kan worden afgerond. Daarnaast zijn er diverse kleinere onderbestedingen, waarvan Sociaal cultureel werk (58.000), Opgroeien (47.000), Stimuleren wijkinitiatieven (46.000) en algemeen maatschappelijk werk (44.000) de grootste zijn.

9B Preventie
Via de slotwijziging zijn de regionale lasten en baten (4,2 miljoen) van het Integraal Zorg Akkoord toegevoegd. Deze middelen zijn eind september ontvangen van het Rijk. Er is 0,9 miljoen aan kosten verantwoord en daardoor bedragen de baten ook 0,9 miljoen. De lasten en baten zijn daardoor 3,3 miljoen lager. Er is geen meeneemregeling door het Rijk ingesteld voor deze specifieke uitkering. Dat heeft tot gevolg dat 3,3 miljoen moet worden terugbetaald aan het Rijk.
Er zijn onderbestedingen op de budgetten versterking dienstverlening (176.000), collectieve preventie volksgezondheid (95.000) en Leidse Healthy Society Center (48.000).

9C Ondersteuning
Het nadeel wordt voor 360.000 veroorzaakt door de Wmo-voorzieningen Leidse regio (ambulant plus). Het budget hiervoor staat op het beleidsterrein Kwetsbare groepen. Daarnaast zijn er extra kosten ontstaan rondom de suite sociaal domein, waardoor er een nadeel van 180.000 is ontstaan. Dit komt met name doordat het implementatietraject langer duurde dan geraamd. Het overige nadeel van 0,65 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse Wmo-maatwerkvoorzieningen, met name door de hogere kosten voor de arrangementen ambulant. Het nadeel op de baten wordt veroorzaakt doordat er 0,2 miljoen minder is ontvangen aan eigen bijdragen huishoudelijke ondersteuning/begeleiding.

9D Kwetsbare groepen
Per 2023 is de Maatschappelijke zorg (MZ) binnen Holland Rijnland doorgedecentraliseerd naar de regiogemeenten. De middelen voor de Specialistische MZ (Holland Rijnland regio) en de MZ Leidse regio zijn ondergebracht bij Leiden. De doordecentralisatie is in 2022 berekend door AEF (extern adviesbureau), de budgetten zijn destijds gebaseerd op de uitgaven voor MZ uit 2021 van Leiden als centrumgemeente. De werkelijke uitgaven voor de Specialistische MZ lopen uit de pas met de toen opgestelde begroting. Ten opzichte van 2021 zijn de kosten voor Beschermd wonen - specialistische zorg (per plek, per jaar) gestegen en de ontvangen eigen bijdragen verminderd. Daarnaast zijn ook de uitvoeringskosten toegenomen. Binnen het beleidsterrein Kwetsbare groepen heeft dit geleid tot een tekort op de Specialistische MZ van circa € 0,9 miljoen. Dit tekort wordt verrekend met de egalisatiereserve voor Specialistische MZ.
Op de MZ voor de Leidse regio is een voordeel ontstaan van circa 1,2 miljoen (1,5 miljoen voordeel in programma 9D en 400.000 nadeel uit een deel van programma 9C). Dit overschot is vooral ontstaan doordat nog niet de gehele opbouwopgave is gerealiseerd binnen de Leidse regio.
De doorbelasting van de overhead voor regionale en Leidse regio MZ leidde tot een voordeel van 215.000.
Op het Investeringsfonds Leidse regio was een onderbesteding van 325.000, doordat een aantal huisvestingsprojecten nog niet gerealiseerd zijn.
Op het budget voor Projectorganisatie uitvoeringsprogramma MZ (regionaal) is een onderbesteding van € 91.000 ontstaan. Dit komt doordat het uitwerken van een innovatie- en huisvestingsproject is verschoven naar 2024.
Op het budget ten behoeve van de Jongerenopvang aan het Maansteenpad (regionale middelen - gedekt door het geoormerkt deel van de reserve Sociaal domein voor Beschermd wonen) is een onderbesteding van € 292.000 ontstaan door vertraging in de verbouwing van het pand. De geplande uitgaven zijn doorgeschoven naar 2024.
Op de budgetten voor Vrouwenopvang is er een onderbesteding van € 353.000 (regionale middelen), het overschot wordt gestort in de reserve Sociaal domein, geoormerkt deel voor de Vrouwenopvang.
Ten slotte is er een voordeel van circa € 750.000 op diverse Leidse budgetten binnen Kwetsbare groepen. De grootste voordelen betreffen de budgetten Ondersteunende begeleiding psycho sociaal (€ 100.000), Maatschappelijk Steun systeem (€ 85.000), Breed bemoeizorgteam (€ 80.000), Licht verstandelijk beperkten (€ 110.000) en Meldpunt zorg- en overlast (€ 250.000). Deze budgetten vallen binnen het hek sociaal domein en worden verrekend met de reserve Sociaal domein.

Werk en inkomen

Werk en inkomen
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

133.788

130.253

3.535

2,64

Baten

-75.346

-76.171

825

-1,09

Saldo

58.441

54.081

4.360

7,46


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Arbeidsparticipatie

3.218

-740

2.479

Maatsch. participatie en onderst. minima

605

376

981

Inkomensvoorzieningen

-77

1.014

937

Schuldhulpverlening

-212

175

-36

Totaal

3.535

825

4.360

10A Arbeidsparticipatie Werk en Inkomen
Op de regionale budgetten Laaggeletterdheid en Volwasseneneducatie zijn onderbestedingen ontstaan van respectievelijk 172.000 en 481.000. Er waren incidentele intensiveringen gepland in 2023, die gedekt waren uit onderbestedingen uit de coronajaren, maar dat is maar beperkt gelukt door de taalaanbieders. De reguliere jaarbudgetten zijn volledig besteed.
De uitvoeringskosten bij Inburgering worden gedekt door een vaste rijksbijdrage plus bijdragen van Leidse regiogemeenten. De kosten van de inburgeringsvoorzieningen zijn declarabel bij het Rijk. De inburgering is pas laat op gang gekomen waardoor de uitvoeringskosten lager zijn uitgekomen dan verwacht. Daarnaast is eind 2023 gebleken dat een deel van de uitvoeringskosten bij nader inzien onder inburgeringsvoorzieningen bij het Rijk gedeclareerd kunnen worden. Dit heeft geleid tot 0,2 miljoen hogere rijksbaten.
Er is medio 2023 een budget van het Rijk ontvangen van 120.000 voor Taalontheemden uit de Oekraïne. Dit zal pas worden besteed in 2024. Diverse Oekraïense vluchtelingen hebben wel taallessen gehad via het regionale budget Volwasseneneducatie (Wet Educatie Beroepsonderwijs).
Op het regionale budget voor arbeidsparticipatie is een onderbesteding ontstaan van 379.000. De onderbesteding is voornamelijk ontstaan doordat er pas laat in het jaar regionaal besloten is hoe de middelen aangewend gaan worden (in 2024). Daarnaast is via de slotwijziging 2023 een incidenteel budget van 68.000 toegevoegd aan de begroting voor een specifieke aanpak van regionale doelgroepen, maar zijn er nog geen uitgaven gedaan.

10A Arbeidsparticipatie DZB
Er is een voordeel ontstaan van €1.445.000. Dit is opgebouwd uit een voordeel van 1.259.000 bij de re-integratie activiteiten, een nadeel van 141.000 bij de WSW, een voordeel van 352.000 op de Overhead (zie programma Overhead) en een nadeel van 25.000 op de reserves.
Het voordeel op het budget Re-integratieactiviteiten is €1.259.000. In het budget van Re-integratie zijn een aantal projecten van de arbeidsmarktregio Holland Rijnland opgenomen. De onderbesteding op het regionaal budget betreft 1.106.000, dit bedrag is nodig voor de afronding van de projecten in de komende jaren en moet worden overgeheveld.
Bij de overige re-integratieactiviteiten is minder opleidingsbudget aangewend als gevolg van minder instroom en is meer personeel ingezet ten behoeve van de regionale projecten (beide voordelen). Uiteindelijk resulteert dit in een voordeel van 153.000 op de overige re-integratieactiviteiten.
Het nadeel op het budget WSW is €141.000 en wordt grotendeels veroorzaakt door het realiseren van een lagere omzet (nadeel). Daarnaast zijn de loonkosten lager, omdat er minder mensen uit de nieuwe doelgroep zijn ingestroomd (voordeel). Lagere loonkosten van de nieuwe doelgroep betekent echter ook lagere ontvangsten van loonkostensubsidies (nadeel). Uiteindelijk resulteert dit in een nadeel van €141.000 op de WSW.

10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima
De afrekening van de subsidie aan het Volwassenenfonds over 2022 heeft tot een voordeel van 153.000 geleid. Het fonds heeft eind 2023 aangegeven dat op de verstrekte subsidie over 2023 een onderbesteding is ontstaan van 113.000. De stichting Leergeld heeft 107.000 overgehouden doordat ze meer externe middelen (Rijk, fondsen) hebben verkregen dan verwacht. Op de inkomsten leenbijstand is een voordeel ontstaan van
136.000. Deze vier voordelen vallen binnen het hek van het sociaal domein.
Op de kosten leefgelden Oekraïne (gemeentelijke opvang) is een voordeel ontstaan van 166.000. Dat komt deels omdat er meer Oekraïners zijn gaan werken. Dit voordeel zal worden verrekend met de reserve OSA.
Op de kosten kwijtscheldingen gemeentelijke heffingen is een voordeel ontstaan van 41.000. Daarnaast is een niet-geraamde bate ontvangen van het Rijk van 44.000 inzake verleende kwijtschelding aan gedupeerden van de toeslagenaffaire. Beide voordelen zullen worden verrekend met de concernreserve.
Er is een incidenteel voordeel van 170.000 ontstaan doordat een deel van de voorziening oninbaar is vrijgevallen. Voorheen werd 60% van de openstaande leenbijstandsvorderingen als oninbaar beschouwd. Na analyse van de openstaande vorderingen is gebleken dat het percentage naar 58% kan worden bijgesteld.

10C Inkomensvoorzieningen
Er is een incidenteel voordeel van 1,0 miljoen aan baten ontstaan doordat een deel van de voorziening oninbaar is vrijgevallen. Voorheen werd 60% van de openstaande bijstandsvorderingen als oninbaar beschouwd. Na analyse van de openstaande vorderingen is gebleken dat het percentage naar 58% kan worden bijgesteld.

10D Schuldhulpverlening
De hogere kosten worden veroorzaakt doordat bepaalde kosten vergoed worden aan gedupeerden van de kindertoeslagaffaire. Deze kosten kunnen volledig worden gedeclareerd bij het Rijk en daardoor is de hogere opbrengst ontstaan.

Algemene middelen

Algemene middelen
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

2.349

2.443

-93

-3,97

Baten

-407.689

-411.299

3.610

-0,89

Saldo

-405.340

-408.857

3.517

-0,87


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Lokale heffingen besteding niet gebonden

0

2.052

2.052

Algemene uitkering

170

1.546

1.716

Dividend

0

-140

-140

Saldo financieringsfunctie

-281

314

34

Overige alg.dekkingsmiddelen

17

-161

-144

Totaal

-93

3.610

3.517

Belastingopbrengsten
De OZB valt 2,6 miljoen hoger uit dan begroot. De belangrijkste oorzaak is een hogere opbrengst voor de OZB niet-woningen van 2,8 miljoen. De OZB voor eigenaren niet-woningen stijgt door een hogere waarde van de nieuwe vastgoedobjecten in de stad, totaal 1,1 miljoen. Het structurele effect is afgerond 0,8 miljoen. Het overige voordeel bestaat uit een hogere opbrengst uit voorgaande jaren 2022 en 2021.

De hogere opbrengst voor gebruikers niet-woningen wordt veroorzaakt door:

  • een hogere waarde van nieuwe vastgoedobjecten, 0,7 miljoen structureel
  • Intensivering van de controle door de BSGR op panden waarvan geen gebruiker geregistreerd staat. Het gaat om een structureel voordeel van 0,6 miljoen en een incidenteel voordeel over 2022 van 0,5 miljoen.

De precariobelasting is €.0,5 miljoen lager dan begroot.

Algemene uitkeringen gemeentefonds
De algemene uitkering valt 1,5 miljoen hoger uit dan geraamd. Belangrijkste oorzaak is de aanpassing van een aantal decentralisatieuitkeringen in de decembercirculaire 2023. Deze konden niet meer worden opgenomen in de slotwijziging. Het gaat om:

Faciliteitenbesluit opvangcentra (DU)

232.340

Maatschappelijke begeleiding statushouders (DU)

54.510

Einde lening inburgeringsplichtig (DU)

5.179

Meerkosten Oekraïne sociaal domein (DU)

166.513

Totaal

458.542

Het netto voordeel bedraagt afgerond 1,0 miljoen.

Belangrijkste oorzaak is de bijstelling van de hoeveelheden van een aantal verdeelmaatstaven.

Bij de herijking van het gemeentefonds die peer 2023 is ingevoerd zijn een aantal nieuwe verdeelmaatstaven geintroduceerd. Van een aantal van deze nieuwe maatstaven wijkt het werkelijke aantal sterk af van de raming in 2022. De grootste afwijking wordt veroorzaakt door de maatstaf "Huishoudens met laag inkomen boven drempel". Dit aantal is 400 hoger dan geraamd. de uitkering per huishouden is 5.000. Hierdoor valt de algemene uitkering 2,0 miljoen hoger uit. Het netto voordeel voor Leiden bedraagt 0,5 miljoen. Dit komt omdat het uitkeringspercentage met 7 punten wordt verlaagd. Voor Leiden is 7 uitkeringspunten 1,5 miljoen.

Andere grotere afwijkingen in de aantallen worden veroorzaakt door een daling van het aantal bijstandontvangers, nadeel 0,5 miljoen.

Stijging van het aantal inwoners met een migratieachtergrond, voordeel 1,0 miljoen.

Daling inwoners tot 18 jaar, nadeel 0,8 miljoen

Stijging regionale klanten, voordeel 0,4 miljoen

Taakmutatie invoering omgevingswet, voordeel 0,5 miljoen.

De uitgaven voor de omgevingswet van 2,0 miljoen zijn al eerder in de begroting geraamd, zonder dat daar inkomsten uit het gemeentefonds tegenover stonden. De uitkering in het gemeentefonds is nu en voordeel.

Saldo financieringsfunctie
Ten opzichte van begroting is sprake van een nadelig resultaat op de (kortlopende) rentelasten. Echter, dit werd gedekt door de renteopbrengsten via het schatkistbankieren.

Overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien

Overhead
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

88.415

84.934

3.481

3,94

Baten

-15.565

-15.064

-502

3,22

Saldo

72.849

69.870

2.979

4,09


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Overhead

3.481

-502

2.979

Totaal

3.481

-502

2.979

Onvoorzien
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

8

0

8

100,00

Baten

0

0

0

NaN

Saldo

8

0

8

100,00


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Onvoorzien

8

0

8

Totaal

8

0

8

Vennootschapsbelasting
bedragen x 1.000,-

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Afwijking %

Lasten

109

195

-87

-79,59

Baten

0

0

0

NaN

Saldo

109

195

-87

-79,59


bedragen x 1.000,-

Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel)

 

Lasten

Baten

Saldo

Vennootschapsbelasting

-87

0

-87

Totaal

-87

0

-87

OVERHEAD

Lasten
Binnen de lasten is er sprake van een voordeel van 3,5 mln. Dit voordeel is als volgt opgebouwd:
- Er zijn meer uren naar projecten geschreven (conform de plankostensystematiek). Hierdoor is ook meer overhead doorbelast aan de die projecten. In totaal levert dit een voordeel op van 1,3 mln.
- Binnen de Centrumregeling Bedrijfsvoering Leidse Regio zijn de lasten lager dan begroot. Dit levert een voordeel op van 1,0 mln.
- De overhead van de DZB valt lager uit dan geraamd met 0,3 mln.
- Het incidenteel budget ten behoeve van de verbouwing van het stadhuis is niet volledig besteed in 2023. Dit levert een voordeel op van 0,2 mln.
- De budgetten ten behoeve van mobiele telefonie zijn nagenoeg niet besteed in 2023. Deze budgetten vallen ook buiten de Centrumregeling. Dit levert een voordeel op van ruim 0,2 mln.
- Lagere lasten door minder kosten dan begroot voor voormalig personeel binnen de gemeente Leiden 0,2 mln.
- Het incidenteel werkbudget ten behoeve van Langer Vitaal is niet volledig besteed in 2023. Dit levert een voordeel op van 0,1 mln.
- Het resterende voordeel bestaat voornamelijk uit overige kleine verschillen (0,2 mln.).

Baten
Binnen de baten is er sprake van een nadeel van 0,5 mln. Dit nadeel is als volgt opgebouwd:
- Binnen de Centrumregeling Bedrijfsvoering Leidse Regio zijn de baten lager dan geraamd. Dit levert een nadeel op van 0,3 mln.
- Overige kleine nadelen 0,2 mln.

VENNOOTSCHAPSBELASTING
De Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat over het voordelig saldo woonboten en reclameopbrengsten vennootschapsbelasting (Vpb) moet worden betaald. Dat wordt door ons en andere gemeenten nog betwist. Voorzichtigheidshalve heeft de gemeente het standpunt van de Belastingdienst gevolgd. De gemeente tekent tegen de Vpb-aanslag bezwaar aan. Tevens heeft de gemeente ten aanzien van de activiteit verkoop restafval de zogenoemde Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten (NVRD)-brancheafspraken met de Belastingdienst. De overige activiteiten zijn niet Vpb-plichtig c.q. wordt een vrijstelling op de resultaten toegepast. Dit mede op basis van het in het verleden met de Belastingdienst gevoerde vooroverleg.

ONVOORZIEN
Er zijn geen relevante afwijkingen.