Uit deze paragraaf blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente Leiden eind 2021 voldoende is. In de kengetallen blijkt dat de schuldpositie toeneemt, maar minder snel dan geraamd.
1. Risicoprofiel
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeentelijke doelstellingen. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel voor 2022 opgesteld waarmee de per eind 2021 beschikbare buffers kunnen worden geconfronteerd. Conform de Financiële verordening 2020 (RV 20.0141) toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit nadat een beheersmaatregel is getroffen. Onderaan de tabel is het totaalbedrag voor de overige risico’s opgenomen.
Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's
Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Prgr. | Risico | Gevolgen | Maatregelen | Kans | Maximale impact (€) | Invloed |
Alle | Gehanteerde index is onvoldoende om de stijging van prijzen voor werken op te vangen. | a. Overschrijdingen door hogere kosten; | a. In alle fasen van het Leidse planproces kostenraming zo goed mogelijk actualiseren op basis van de marktontwikkelingen | 50% | 6.400.000 | 21,25% |
AD | Schommelingen in accres en ontwikkeling maatstaven zorgen voor lagere Algemene uitkering | Lagere inkomsten leiden tot tegenvaller in de begroting. Om structureel tegenvallende inkomsten op te vangen moet de gemeente bezuinigen of inkomsten verhogen | a. Tijdig vertalen circulaires Gemeentefonds in besluitvorming zodat financiële consequenties goed kunnen worden verwerkt. Risico kan niet worden voorkomen | 50% | 3.000.000 | 9,96% |
Alle | De gemeente Leiden staat begin 2022 garant voor de rente en aflossing van leningen tot een totaalbedrag van € 82,2 miljoen. Het risico is dat de partij aan wie een garantstelling is verstrekt zijn betalingsverplichting niet kan nakomen. | Gemeente moet gegarandeerde geldsom voldoen aan de bank of de exploitatie van de geldnemer ondersteunen. Dit zorgt voor een tegenvaller in de begroting. | a. Zorgvuldige toets op de haalbaarheid van de exploitatie bij een garantie-aanvraag o.b.v. Verordening gemeentegaranties; | 10% | 14.866.067 | 9,83% |
AD | Lopende planschadeclaim | Het uitkeren van de planschade leidt tot een incidenteel nadeel in de begroting | Voeren van een zorgvuldige juridische procedure. | 30% | 4.200.000 | 8,37% |
6 | Lammenschansdriehoek: de top vijf risico's hebben betrekking op verkeersproblemen in tijdelijke situatie waarbij wel delen van de Lammenschansdriehoek worden opgeleverd en de Lammenschansweg nog niet opnieuw is ingericht, het hoger uitvallen van kosten voor woonrijp maken, het hoger uitvallen van plankosten, hogere kosten door complexe binnenplanse afhankelijkheden tussen de verschillende deelprojecten en fasering daarin (versnipperde buitenruimte in gebruik en eigendom), hogere eisen aan watercompensatie en compensatie bedrijventerrein. | Nadeel door kosten van nakoming aangegane verplichtingen, gebiedsontwikkeling kan anders niet (volledig) gerealiseerd worden/moet aangepast worden met vertraging en planschade als gevolg. | a. vroegtijdig verkeersonderzoeken opzetten | 30% | 2.066.000 | 4,12% |
7 | Bezuinigingstaakstellingen jeugdhulp kunnen niet worden gerealiseerd (zowel regionaal als lokaal) | Nadeel door niet begrote kosten | a. Ontwikkelen managementinformatie over toewijzing. | 50% | 1.000.000 | 3,32% |
AD | De Corona-maatregelen leiden tot hogere lasten of lagere inkomsten die niet door de compensatie vanuit de rijksoverheid kunnen worden opgevangen. | Nadeel door niet realiseren geraamde inkomsten of hogere lasten. | Monitoren berichtgeving rijksoverheid over compensatie en interne meerkosten / minderopbrengsten. | 30% | 1.500.000 | 3,00% |
AD | De kosten voor vluchtelingenopvang zijn hoger dan de compensatie vanuit de rijksoverheid. | Nadeel door hogere uitgaven aan opvang dan inkomsten uit compensatie. | a. Goed budgetbeheer en projectcontrol | 30% | 1.000.000 | 1,97% |
AD | Niet realiseren geraamde OZB-belastinginkomsten | Nadeel door lagere belastinginkomsten. | a. Scherp waardeontwikkeling blijven volgen zodat gemeente niet verrast wordt (niet te voorkomen, wel zorgen dat je snel kunt reageren); | 50% | 500.000 | 1,64% |
6 | Ambtelijke huisvesting Stadhuis. Risico's hebben voornamelijk betrekking op de werkwijze van aannemer(s) en op de samenhang tussen diverse deelprojecten. | Nadeel door toenemende (plan)kosten en meerwerken; vertraging van de planning | Maatregelen om risico's te voorkomen/beperken zijn: actief vragen om planning van aannemer en periodieke afstemming tussen deelprojectleiders voor raakvlakmanagement. | 30% | 774.750 | 1,55% |
Totale impact top 10 risico's | 35.306.817 | 65,01% | ||||
Impact overige risico's | 35.598.515 | 34,99% | ||||
Totale impact risico's | 70.905.332 |
Ten opzichte van de meest recente risico-inventarisatie bij de Programmabegroting 2022 is het risicoprofiel van de gemeente iets afgenomen van € 73,3 naar € 70,9 miljoen. In dit nieuwe risicoprofiel treden ten opzichte van de inschatting bij de Programmabegroting 2022 de onderstaande wijzigingen op:
In februari is Rusland Oekraïne binnengevallen, met als gevolg een grote vluchtelingenstroom. Net als alle gemeenten zal ook Leiden een groep vluchtelingen opvangen, mogelijk voor langere tijd. Het rijk heeft aangegeven dat de kosten hiervoor vergoed zullen worden. Het financiële risico lijkt hiermee voor een groot deel te zijn afgewend. Of alle kosten gedeclareerd kunnen worden is vooralsnog niet zeker. Hoe wordt bijvoorbeeld met investeringen omgegaan of uren van personeelsleden. Daar zit dus nog een zeker risico. Wij gaan er vanuit dat kosten volledig bekostigd worden, net zoals het Rijk dat heeft gedaan in de coronacrisis.
2. Benodigde weerstandscapaciteit
Als alle risico's zich gelijktijdig in hun volle omvang zouden voordoen zou in 2021 een nadeel optreden van € 70,9 miljoen. Het reserveren van een dergelijk groot bedrag als buffer voor alle risico's is echter ongewenst omdat het niet waarschijnlijk is dat alle risico's zich in 2021 gelijktijdig, en in hun maximale omvang, voordoen. Daarom is op basis van de ingevoerde risico's een risicosimulatie uitgevoerd. Bij deze simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 12.346.923 het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest relevante percentages en de daarmee corresponderende benodigde weerstandscapaciteit.
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages | Bedrag (€) |
---|---|
75% | 9.431.386 |
80% | 10.145.974 |
85% | 11.033.669 |
90% | 12.346.923 |
95% | 15.144.496 |
3 . Beschikbare weerstandscapaciteit
In theorie beschikt een gemeente over incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de concernreserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten men tot de weerstandscapaciteit wil rekenen. De raad heeft in de Financiële verordening 2016 (RV 18.0079) de concernreserve aangemerkt als enige component van de weerstandscapaciteit. De stand van de concernreserve per 1 januari 2021 is € 21.881.721.
Beschikbare weerstandcapaciteit | Startcapaciteit (€) |
---|---|
Concernreserve | 21.881.721 |
Totale weerstandscapaciteit | 21.881.721 |
4. Weerstandsvermogen
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | 21.881.721 | = 1,77 |
Benodigde weerstandcapaciteit | 12.346.923 |
De gemeenteraad heeft in de financiële verordening vastgelegd dat de beschikbare weerstandscapacteit tenminste gelijk moet zijn aan de uitkomst van de risicosimulatie (= ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1). Op grond van de onderstaande normen is het weerstandsvermogen 'voldoende'.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2.0 | uitstekend |
B | 1.4-2.0 | ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | voldoende |
D | 0.8-1.0 | matig |
E | 0.6-0.8 | onvoldoende |
F | <0.6 | ruim onvoldoende |
5. Relatie met Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG)
Naast de gemeentebrede risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende risicoprofiel en de benodigde weerstandscapaciteit, wordt in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) verantwoording afgelegd over de grondexploitatieprojecten. Het risicomanagement van deze projecten en het zorg dragen voor een toereikend weerstandsvermogen voor deze projecten maken deel uit van het MPG. Pas als risico's binnen het MPG niet meer afgedekt kunnen worden, ontstaat er een risico dat betrokken moet worden in de gemeentebrede inventarisatie.
6. Ratio's kengetallen
Tabel 4: Financiële kengetallen
Kengetallen: | Verslag 2020 | Begr.2021 | Verslag 2021 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 96,6% | 135,4% | 103,3% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 95,3% | 134,0% | 99,8% |
Solvabiliteitsratio | 32,1% | 23,1% | 30,7% |
Structurele exploitatieruimte | 4,6% | 0,5% | 6,3% |
Grondexploitatieruimte | 2,2% | -1,7% | 1,1% |
Belastingscapaciteit | 118,5% | 119,6% | 119,6% |
Onderlinge verhouding tussen kengetallen
Eén enkel kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie beoordeeld kan worden. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie, maar is dat afhankelijk van hoeveel eigen vermogen en baten er tegenover die schuld staat. De kengetallen zullen daarom altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie.
De eerste drie kengetallen hebben betrekking op de schuld die de gemeente maakt afgezet tegen de baten in de begroting (netto schuldquote) en afgezet tegen de balansomvang (solvabiliteitsratio). Zoals bij de Programmabegroting 2022 is aangegeven stijgt de schuldpositie door investeringen die de gemeente op dit moment doet in onder meer de bereikbaarheid van de stad, riolering en schoolgebouwen. Deze stijging was in 2021 lager dan vooraf geraamd doordat de investeringen minder snel plaatsvonden dan waarvan in de begroting was uitgegaan en reserves minder snel zijn uitgeput (zie bijvoorbeeld de overhevelingen van reserve-onttrekkingen in het bestemmingsvoorstel). In de komende jaren zet deze stijging verder door door de investeringen zoals opgenomen in de meerjarenbegroting 2022-2025.
Een hogere schuld maakt de gemeente meer kwetsbaar voor rentestijgingen. Om dit risico in ieder geval voor de korte termijn te beperken, zijn de rentelasten in de Programmabegroting 2021 behoudend geraamd en is in de financieringsstrategie in 2021 vooral ingezet op het voor langere termijn vastleggen van de rente over leningen (zie ook de paragraaf financiering). Een hoge schuldpositie maakt de begroting ook minder flexibel doordat een groter deel vastligt in kapitaallasten. De structureel sluitende begroting geeft de gemeente Leiden een goede uitgangspositie om bij te sturen. Hierdoor wordt het flexibiliteitsrisico weer beperkt. De woonlasten liggen 18,5% boven het landelijk gemiddelde. Hierbij hoort de nuance dat het percentage van de onroerendezaakbelasting voor niet-woningen één van de hoogste is in Nederland. Ook zijn de afvalstoffenheffing en rioolheffing vanaf de programmabegroting 2022 kostendekkend. Dit beperkt de mogelijkheden om op deze inkomsten structureel bij te sturen.
Het kengetal 'grondexploitatieruimte' laat zien dat de omvang van de bouwgrond in exploitatie ten opzichte van de totale baten beperkt in omvang is. Bij gemeenten waar dit verhoudingspercentage fors hoger is, kan dit duiden op een forse grondvoorraad waarover de gemeente een risico kan lopen. Zie voor inzicht in de Leidse grondexploitaties de paragraaf grondbeleid.