Inleiding
De raad stelt de begroting vast. Begrotingsafwijkingen en -overschrijdingen (beleidsmatig en/of financieel) behoeven autorisatie door de raad. In de regel zullen begrotingswijzigingen vooraf door het college aan de raad worden voorgelegd ter autorisatie. Hiermee wordt toestemming gevraagd voor het te realiseren beleid en voor de besteding van het benodigde bedrag. Begrotingswijzigingen moeten volgens de Gemeentewet tijdens het jaar zelf nog door de raad worden vastgesteld.
Rechtmatigheid, hoe zat het ook al weer?
De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op programmaniveau omdat de Raad op dat niveau de begroting vaststelt. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en de lasten binnen de begroting blijven en dat wijzigingen tijdig worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Indien een wijziging niet meer in het jaar zelf is vastgesteld zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Wanneer kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten valt dit binnen de kaders van rechtmatigheid. Voorwaarde is wel dat deze kostenoverschrijdingen goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. Extra kosten die worden gemaakt omdat (extra) opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, zijn onrechtmatig wanneer deze lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten of de raad over de aanwending van deze opbrengsten nog geen besluit heeft genomen.
Toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves mogen alleen worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Bij reserves met een egalisatie- of inkomensfunctie mag een positief- of negatief exploitatiesaldo bij de jaarrekening vóór bestemming worden verrekend met de corresponderende reserve. In deze gevallen maakt het betreffende exploitatiesaldo geen onderdeel uit van het bestemmingsvoorstel bij de jaarrekening. Daarnaast mag de mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties direct met de reserve grondexploitaties worden verrekend en mag het resultaat van de parkeerexploitatie bij de jaarrekening vóór bestemming worden verrekend met de reserve Parkeren.
Begrotingsonrechtmatigheden in 2024
Bestuur en dienstverlening (overschrijding lasten € 208.000)
De overschrijding van de lasten ad € 208.000 op het programma Bestuur en Dienstverlening is te verklaren door de extra dotatie aan de voorziening pensioenen wethouders. Deze dotaties was noodzakelijk, doordat de rekenrente ten behoeve van de actuariële waardebepaling van de pensioenen van de wethouders zijn gedaald van 3,16% tot 2,325%. Een daling van de rekenrente heeft directe financiële gevolgen voor Leiden. Wanneer de rekenrente daalt, stijgt de contante waarde van toekomstige pensioenverplichtingen, wat betekent dat er extra middelen moeten gereserveerd om aan de (toekomstige) pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.
De bekendmaking van deze rekenrente vindt doorgaans plaats in december, voorafgaand aan het betreffende jaar. Zo werd de rekenrente december 2024 gecommuniceerd. In de jaarrekening 2024 moet de voorziening gebaseerd zijn op deze rente.
Gezien het moment van bekendmaking was het niet mogelijk om de begroting hierop aan te passen. Door de bestendige gedragslijn en wettelijke verplichting om de pensioenvoorziening te waarderen tegen contante waarde, is de conclusie dat de overschrijding rechtmatig is.
Veiligheid (overschrijding lasten € 105.000)
Er is extra ingezet op buurtbemiddeling. Woningcorporaties hebben de extra inzet mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage te verlenen van in totaal € 65.667. De extra kosten en de bijdrage waren niet begroot. Er zijn € 5.238 extra opleidingskosten ontstaan in het kader van rampenbestrijding ten behoeve van regiogemeenten. Deze kosten zijn vervolgens in rekening gebracht bij de regiogemeenten. Deze kosten en opbrengsten waren niet begroot. Daarnaast is er extra ingezet op het bestrijden van ondermijning. Dit levert de gemeente het nodige op. Deze opbrengsten (of kosten die worden vermeden) worden niet zichtbaar in het programma Veiligheid. Conclusie is dat het grootste deel van de overschrijding rechtmatig is.
Cultuur sport en recreatie (overschrijding lasten € 592.000)
De overschrijding van € 592.000 op het programma Sport, Recreatie en Cultuur is te verklaren door meerdere factoren. Een belangrijk deel hiervan komt voort uit de inkomsten die de gemeente Leiden int voor Stichting De IJshal. De gemeente en de stichting werken nauw samen op verschillende terreinen, waaronder de bemanning van de kassa. Omdat het technisch niet mogelijk was om pintransacties voor De IJshal en het binnenbad afzonderlijk te verwerken, is afgesproken dat de gemeente beide betalingen int. Stichting De IJshal stuurt maandelijks een factuur naar de gemeente voor de entreegelden van De IJshal. Hoewel tegenover deze lasten geen specifieke begrotingspost staat, worden deze gedekt door bijbehorende inkomsten.
Daarnaast zijn de lasten bij Binnenbad De Vliet hoger uitgevallen dan begroot. In 2024 draaide deze nieuwe accommodatie voor het eerst een volledig kalenderjaar, waaruit bleek dat de werkelijke kosten hoger lagen dan oorspronkelijk geraamd. Dit had onder andere betrekking op energieverbruik, schoonmaak, afvalverwerking en onderhoudscontracten. De conclusie is dat de overschrijding op het programma Sport, Recreatie en Cultuur is grotendeels te verklaren door structurele en incidentele factoren, zoals de financiële afhandeling met Stichting De IJshal en de hogere kosten van Binnenbad De Vliet. Hoewel er geen specifieke begrotingspost is voor de entreegelden van De IJshal, worden de uitgaven gedekt door bijbehorende inkomsten. De meerkosten van Binnenbad De Vliet zijn gerelateerd aan de eerste volledige exploitatie van de accommodatie, waarbij de werkelijke kosten hoger bleken dan geraamd. Gezien deze omstandigheden kan geconcludeerd worden dat het grootste deel van de overschrijding als rechtmatig beschouwd kan worden.
Hieronder wordt op beleidsterreinniveau bij afwijkingen op de baten en/of lasten tussen begroting en rekening > € 250.000 een toelichting gegeven.
Bestuur en dienstverlening | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 27.331 | 27.539 | -208 | -0,76 |
Baten | -4.813 | -4.744 | -69 | 1,43 |
Saldo | 22.517 | 22.794 | -277 | -1,23 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Bestuur | -309 | -102 | -411 |
Dienstverlening | 101 | 33 | 134 |
Totaal | -208 | -69 | -277 |
Bestuur
1A Bestuur
Onder programma Bestuur worden een aantal (grote) posten samengevoegd, waar altijd veel beweging is veroorzaakt en afhankelijk door regionale afspraken en deelnemingen en de pensioenvoorziening voor wethouders. De verklaring van het nadeel ligt vooral gelegen in het feit dat door daling van de rekenrente een extra storting van circa €1,1 miljoen moet worden gedaan in de pensioenvoorziening.
Daarnaast zijn de premies voor verzekeringen hoger uitgevallen dan begroot, hetgeen heeft geleid tot een nadeel van €0,1 miljoen. Tevens is er een nadeel van €0,1 miljoen ontstaan in het budget voor relatiebeheer en representatie, dat wordt aangewend voor het financieren van protocollaire evenementen en bijeenkomsten waarbij de burgemeester en/of wethouders gastheer zijn namens de stad.
Tegenover deze nadelen staat een voordeel van €0,9 miljoen, als gevolg van de renteteruggave van RIF-gelden door Holland Rijnland.
1B Dienstverlening
Er zijn geen relevante afwijkingen.
Veiligheid | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 17.538 | 17.643 | -105 | -0,60 |
Baten | -887 | -809 | -78 | 8,83 |
Saldo | 16.651 | 16.835 | -184 | -1,10 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Veiligheid | -105 | -78 | -184 |
Totaal | -105 | -78 | -184 |
Economie | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 12.916 | 10.728 | 2.188 | 16,94 |
Baten | -2.764 | -2.007 | -756 | 27,37 |
Saldo | 10.152 | 8.720 | 1.432 | 14,10 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Ruimte om te ondernemen | 279 | -139 | 140 |
Faciliteren/Stimuleren van ondernemen | 1.392 | -349 | 1.043 |
Marketing en promotie | 191 | -296 | -105 |
Circulaire Economie | 370 | - | 370 |
Vitale Binnenstad en Kennisstad | -44 | 28 | -16 |
Totaal | 2.188 | -756 | 1.432 |
3A Ruimte om te ondernemen
De grootste verschillen op dit beleidsveld zijn:
Er is € 120.000 minder uitgegeven aan het ‘Actieplan Impuls Leidse Lokale Economie’.
Eind 2022 is het actieplan opgesteld om extra steun te bieden aan de lokale economie en haar ondernemers. Het actieplan geeft een praktische impuls aan de lokale economie om hiermee het lokale leef- en verblijfsklimaat te versterken. De gemeente Leiden werkt samen met Centrummanagement Leiden (CML) en ondernemers aan twintig actiepunten. In 2024 zijn zestien actiepunten gerealiseerd. In 2025 ligt de focus op de laatste vier actiepunten met een focus op economie in de wijken, verbeteren ondernemersdienstverlening, het belevingsgebied Nieuwe Rijn en een visie voor de binnenstad.
Bij de MKB-deal is € 122.000 minder uitgegeven, waardoor ook de subsidie-inkomsten lager zijn. Deze deal wordt in 2025 verder opgepakt.
3B Faciliteren en stimuleren van ondernemen
De grootste verschillen op dit beleidsveld zijn:
In de kaderbrief 2024-2028 is besloten de deelname aan UNIIQ met € 850.000 te verhogen. De uitvoering wordt in 2025 verwacht.
In 2022 was Leiden European City of Science (ECS). De stichting die dit uitvoerde is in 2024 opgeheven, met een positief saldo van € 359.000. De stichting heeft de gemeente gevraagd dit positieve saldo te beheren en de komende jaren in te zetten voor specifieke activiteiten binnen de samenwerking Leiden Kennisstad.
De bijdrage is in de adminstratie begroot als inkomsten (begroting baten € 359.000), maar grotendeels geboekt als een terugontvangen subsidie (realisatie lasten minus € 349.000).
Er is € 50.000 minder uitgegeven aan de activiteiten, deze worden de komende jaren uitgevoerd.
3C Marketing en promotie
De grootste verschillen op dit beleidsveld zijn:
De inkomsten van de toeristenbelasting zijn € 301.000 lager dan begroot. De inkomsten zijn lager door het wegvallen van de opbrengsten toeristische verhuur van de Holiday Inn, deze locatie is in 2024 een zalencentrum geworden. Aan de andere kant is in 2024 het Intercity Hotel geopend. De opbrengsten van dit hotel zijn echter nog niet in beeld.
De overdracht van 70% van de toeristenbelasting (subsidie) aan Leiden en Partners is € 173.000 lager dan begroot. De definitieve vaststelling van de hoogte van de belasting vindt pas plaats drie jaar na afloop van het belastingjaar.
3D Circulaire economie
De grootste verschillen op dit beleidsveld zijn:
Er is € 477.000 minder uitgegeven op circulaire materiaalstromen. Dit budget is ter voorbereiding voor het Duurzaamheidsplein met een circulair ambachtscentrum en het opstellen van een communicatiecampagne. Ook is niet de volledige Subsidie Circulair Herwaarderen verleend deze wordt in 2025 verleend.
Er is € 35.000 meer uitgegeven aan programmakosten en € 72.000 meer aan circulair bouwen en slopen door extra inhuur op het programma.
3E Vitale Binnenstad en Kennisstad
Er zijn geen grote verschillen binnen dit beleidsterrein.
Mobiliteit | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 29.476 | 28.155 | 1.321 | 4,48 |
Baten | -25.264 | -25.250 | -14 | 0,05 |
Saldo | 4.212 | 2.905 | 1.307 | 31,03 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Duurzame Mobiliteit | 284 | 3 | 288 |
Bereikbaarheid | 1.085 | -87 | 999 |
Verkeersveiligheid | -48 | 69 | 21 |
Parkeren | -0 | - | -0 |
Totaal | 1.321 | -14 | 1.307 |
Duurzame Mobiliteit
Op de lasten is sprake van een voordeel van € 284.000. Dit voordeel wordt vrijwel voIledig veroorzaakt door een voordeel op de lasten voor de zero-emissie zone, voor een bedrag van € 256.000. In 2024 zijn de voorbereidingen en besluiten afgerond die nodig zijn voor de start van de zero emissie zone per 1 januari 2025. Het resterende budget uit 2024 blijft daarvoor beschikbaar in 2025
Bereikbaarheid
Op het beleidsterrein Bereikbaarheid is sprake van een voordeel van € 1,0 miljoen. Dat voordeel wordt volledig veroorzaakt door lagere lasten.
Voor wat betreft de lasten wordt het voordeel van € 1,1 miljoen voor een bedrag van € 341.000 veroorzaakt door niet gerealiseerde bijdragen, gedekt door reserves, aan de diverse beschikbaar gestelde kredieten voor bijvoorbeeld de Leidse Ring Noord, Rijnlandroute en andere kredieten. De dekking blijft beschikbaar voor deze kredieten in 2025.
Ook is er sprake van een voordeel van € 319.000 op de lasten van de voorbereidende studiekosten van het Leidse deelingskosten voor het knooppunt Leiden Centraal, conform afspraken met partijen die betrokken zijn bij het MIRT-project "Oude Lijn". Verdere besteding van deze studiekosten vindt plaats in 2025.
Op de budgetten voor gezamenlijke voorbereidende studiekosten van Leiden en externe parteners voor het knooppunt Leiden Centraal, is sprake van een voordeel van € 781.000. Ook dit budget blijft, conform de afspraak, beschikbaar blijven voor besteding in 2025.
Uit onderstaande tabel die inzicht geeft in de resultaten van het auto- en fietsparkeren blijkt een nadeel van 529.000 op de lasten. Dat wordt met name veroorzaakt doordat n 2024 het betaald parkeren verder is uitgebreid. De hiermee gemoeid gaande kosten zoals communicatie, interne kwaliteitscontrole, camerahandhaving en afhandelen bezwaren zijn hoger uitgevallen.
Het resultaat van de lasten en baten binnen de parkeerexploitatie bedraagt € 296.737 nadelig (zie onderstaande tabel). Dit bedrag wordt verrekend met de reserve parkeren.
V=voordeel/N=nadeel | lasten | baten | saldo | |||
Autoparkeren | 397.015 | N | 213.496 | V | 183.519 | N |
Fietsparkeren | 132.250 | N | 18.932 | V | 113.218 | N |
Totaal | 529.165 | N | 232.428 | V | 296.737 | N |
Omgevingskwaliteit | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 75.271 | 73.526 | 1.744 | 2,32 |
Baten | -43.003 | -44.910 | 1.907 | -4,43 |
Saldo | 32.268 | 28.616 | 3.651 | 11,32 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Verharde openbare ruimte | 352 | 1.556 | 1.907 |
Openbaar water | 568 | -46 | 522 |
Openbaar groen | 514 | 297 | 811 |
Milieu en duurzaamheid | 151 | 100 | 251 |
Klimaatadaptatie | 160 | - | 160 |
Totaal | 1.744 | 1.907 | 3.651 |
5A Verharde openbare ruimte
Binnen beleidsterrein 'Verharde openbare ruimte' is op de lasten sprake van een voordeel van afgerond € 352.000. Dit voordeel komt o.a. door:
Lagere lasten bij het realiseren van een Verticaal Kabels en Leidingensysteem (€ 180.000). Vanuit een aantal gemeenten en een tweetal deelnemende partijen hebben we een bijdrage ontvangen voor het realiseren van een Verticaal Kabels en Leidingensysteem. In 2024 vielen de kosten lager uit omdat de voorbereiding meer tijd heeft gevraagd door een intensieve samenwerking met de stakeholders. De baten in 2024 zijn hierdoor ook lager dan begroot. Op totaal niveau (baten en lasten gesaldeerd) is het resultaat budgetneutraal.
Minder kosten bij wegmarkeringen door geplande werkzaamheden die deels niet door de aannemer zijn uitgevoerd (€ 112.000).
Meer opbrengsten van interne doorbelasting bij tijdelijke verkeersmaatregelen (€ 132.000). Door meer vraag en hogere tarief is hier een voordeel ontstaan.
Minder uitgaven bij beheer wegen (€ 225.000). Onder andere door minder uitgaven voor onderzoek, inspectie en advies en minder kosten bij herstel sleuven na werkzaamheden voor kabels en leidingen. Bij deze werkzaamheden zijn we afhankelijk van nutspartijen waardoor we niet volledig kunnen bijsturen.
Verder was er een hogere toevoeging aan de voorziening inzameling en verwerking huishoudelijk afval van € 537.000. Deze toevoeging was nodig omdat de afvalstofheffing in 2024 meer dan 100% kostendekkend was door lagere kosten en hogere opbrengsten. Door de storting in de voorziening blijft het bedrag beschikbaar voor dekking van de kosten van verwijdering en/of verrekening met de afvalstoffenheffing van 2026 e.v. Deze beoordeling volgt begroting voor 2026.
Binnen beleidsterrein 'Verharde openbare ruimte' is op de baten een voordeel van € 1.556.000. Dit voordeel komt o.a. door:
De landelijke vergoeding voor Single Use Plastics voor een bedrag van € 748.000. De oude zwerfafvalvergoeding is vanaf 2023 komen te vervallen en is met terugwerkende kracht vanaf 2023 vervangen door een landelijke Single Use Plastics-vergoeding. Doordat het met terugwerkende kracht is hebben we voor 2023 en 2024 een vergoeding opgenomen die we in 2024 niet begroot hebben. Hierdoor is hier een voordeel ontstaan. In het bestemmingsvoorstel wordt gevraagd om dit geld ook in 2025 beschikbaar te houden en in te zetten om (zwerf)afval zoveel mogelijk te voorkomen en als het ontstaat op een zo efficiënte en doelmatige wijze op te ruimen en hiertoe de acties vanuit de oude zwerfafvalvergoeding te continueren en waar mogelijk verder uit te breiden.
Hogere opbrengsten bij de leges voor de aanleg van glasvezel voor een bedrag van € 244.000. In 2024 zijn de leges hoger dan begroot omdat eerder dan verwacht de vergunningen voor de aanleg glasvezel zijn aangevraagd. In de begroting 2024 is hier geen rekening mee gehouden.
Een stijging van de baten met € 408.000 door meer vergoeding vanuit de producentenverantwoordelijkheid dan verwacht. Voor de inzameling van papier maar m.n. glas en kunststof hebben we recht op een onkostenvergoedingen vanuit de producentenverantwoordelijkheid die door Verpact worden uitgekeerd. De hoogte van deze vergoedingen waren in 2023 landelijk nog niet uit onderhandeld en zijn uiteindelijk samen met de vergoeding over 2024 in 2024 uitgekeerd. Dit heeft geleidt tot een incidentele voordeel bij de baten.
5B Openbaar water
Binnen het beleidsterrein ‘Openbaar water’ is op de lasten sprake van een voordeel van € 568.000. Het voordeel komt o.a. door
Het vrijvallen van de gereserveerde kosten voor de overdracht van het beheer van de Kikkerpolder (€ 148.000). In het kader van overdracht water (polders) van gemeente naar het Hoogheemraadschap van Rijnland is conform B&W besluit 15.0084 geld beschikbaar gesteld. De laatste fase van de overdracht (Kikkerpolder) is in 2024 afgerond. Van het beschikbare budget is een deel (€ 148.000) niet nodig gebleken, dit valt vrij.
Minder kosten voor het doorbelasten naar de voorziening riolering van € 360.000. Dit komt door lagere opbrengst rioolheffing en iets hogere kosten die niet volledig uit de voorziening gedekt konden worden omdat deze leeg is.
5C Openbaar groen
Binnen beleidsterrein 'openbaar groen' is op de lasten een voordeel van € 514.000. Dit voordeel komt o.a. door:
Een voordeel op het incidenteel budget voor het project de Tweede Groene Ring (€ 199.000). De Tweede Groene Ring bevindt zich nog in de definitiefase. In 2024 was een bedrag incidenteel begroot om aan te kunnen haken bij raakvlakprojecten en voor de prijsvraag. De prijsvraag heeft echter plaatsgevonden in 2025 waardoor er een onderbesteding is ontstaan in 2024.
Minder kosten bij het beheer van groen in de openbare ruimte voor € 197.000. Dit heeft meerdere oorzaken zoals uitstellen van reconstructies en werkzaamheden, minder uitval van beplanting, minder water geven i.v.m. natte zomer en minder actief verbeteren van groeiplaatsen. Verder zijn er ook meer kosten gemaakt bij het snoeien van bomen door gestegen kosten en meer werkzaamheden om de opgelopen achterstand van de afgelopen jaren in te lopen.
Minder kosten bij het beheer van de openbare speelplaatsen (€ 120.000). Dit komt vooral omdat we sinds dit jaar de kosten voor valondergronden via een krediet bekostigen.
Minder kosten bij diverse groenprojecten (€ 256.000). Dit komt met name door projecten die doorgeschoven zijn naar volgend jaar. Deel van dit restant is voor volgend jaar weer aangevraagd.
Een nadeel bij het kappen van bomen (€ 205.000). Het betreft een storting in het Bomenfonds die nooit wordt begroot. Bij de baten hebben we hierdoor we een voordeel omdat de ontvangen gelden (waarborg) hier binnen komen.
Binnen beleidsterrein 'openbaar groen' is op de baten een voordeel van € 297.000. Dit voordeel komt vooral door de ontvangen gelden (waarborg) vanuit het bomenfonds. Het betrof de ontvangen gelden die aan de gemeente voldaan zijn voor het kappen van bomen. Deze baten worden nooit begroot waardoor hier een voordeel ontstaat.
Stedelijke ontwikkeling | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 60.260 | 58.922 | 1.338 | 2,22 |
Baten | 19.646 | 20.097 | -451 | -2,30 |
Saldo | 79.906 | 79.020 | 887 | 1,11 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Ruimtelijke planvorming en plantoetsing | 621 | -176 | 445 |
Gemeentelijk vastgoed | -416 | -350 | -767 |
Wonen | 216 | 280 | 496 |
Energietransitie | 917 | -205 | 712 |
Totaal | 1.338 | -451 | 887 |
Algemeen
Het saldo van baten en lasten van het programma Stedelijke Ontwikkeling is voor bestemming € 1,4 miljoen positief. Dit positieve resultaat komt tot stand doordat binnen het beleidsterrein ruimtelijke planvorming en plantoetsing het resultaat € 0,9 miljoen positief is. Het resultaat van het beleidsterrein gemeentelijk vastgoed is € 0,2 miljoen negatief. Het beleidsterrein wonen heeft een positief resultaat van € 0,5 miljoen. En het beleidsterrein energietransitie heeft een positief resultaat van € 0,7 miljoen. De mutaties aan de reserves laten een nadeel zien van € 0,5 miljoen. Hieronder wordt per beleidsterrein een nadere toelichting gegeven. Voor het voordelig saldo zijn voorstellen gemaakt voor bestemming van dit resultaat.
De werkelijke lasten zijn € 0,6 miljoen lager dan begroot. Reden is onder meer het niet volledig inzetten van het incidenteel budget voor aanjagen verstedelijkingsdoelen (€ 0,2 miljoen voordeel). Het budget exploitatiebijdragen aan investeringen heeft een voordeel van € 50.000. Dit betreft de bijdragen vanuit een reserve aan het budget invoering programma Omgevingswet. Deze middelen zijn in 2024 niet volledig uitgegeven en worden doorgeschoven naar 2025. Daarnaast zijn er minder uren doorbelast naar de exploitatie (€ 0,2 miljoen voordeel). Ook de werkelijke lasten van het handhaven op naleven van bouwregelgeving zijn lager (€ 0,1 miljoen voordeel). De werkelijke proceskosten voor uitvoering van de Wet Goed Verhuurderschap zijn lager als gevolg van minder procedures.
Het resultaat van het beleidsterrein gemeentelijk vastgoed is € 0,2 miljoen negatief. Dit saldo komt tot stand doordat de werkelijke lasten binnen dit beleidsterrein € 0,2 miljoen lager zijn dan begroot wat resulteert in een voordeel aan de lastenkant. Daarnaast zijn de werkelijke baten € 0,4 miljoen lager dan begroot wat resulteert in een nadeel aan de batenkant. In onderstaande tabel zijn de voordelen en nadelen van het beleidsterrein Gemeentelijk vastgoed per betreffende prestatie opgenomen. Vervolgens wordt per prestatie een toelichting gedaan.
Prestatie (bedragen x € 1.000) | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|
Prestatie Voeren erfpachtbedrijf | Lasten | 1.978 | 1.809 | 169 | voordeel |
Baten 1) | 61.142 | 60.520 | 622 | voordeel | |
Presatie Opstellen MPG en Vermogensbeheer Grondexploitaties | Lasten | 29.750 | 29.132 | 618 | voordeel |
Baten | -20.058 | -19.086 | -972 | nadeel | |
Prestatie Exploiteren van gemeentelijke gebouwen | Lasten | 9.913 | 10.510 | -597 | nadeel |
Baten | -9.249 | -9.249 | 0 | voordeel | |
Totaal beleidsterrein Gemeentelijk vastgoed | Lasten | 41.641 | 41.451 | 189 | voordeel |
Baten | 31.835 | 32.186 | -350 | nadeel | |
1) Bij de Slotwijziging 2024 is de vrijval van de reserve Afkoopsommen erfpacht verwerkt (€ 64.988.66). Hierdoor zijn de begrote en gerealiseerde baten positief. Resultaat van de totale baten binnen de prestatie Voeren erfpachtbedrijf is een voordeel van € 621.632 die hieronder wordt toegelicht. |
Prestatie voeren erfpachtbedrijf
De werkelijke lasten zijn € 0,2 miljoen lager dan begroot (voordeel). Dit komt met name door lagere kosten voor ICT (erfpachtsysteem Totallink) en inhuur. De werkelijke baten binnen deze prestatie zijn € 0,6 miljoen hoger dan begroot (voordeel). Deze hogere opbrengst is voornamelijk het gevolg van incidentele opbrengsten door verkoop van erfpachtgronden naar volledige eigendom en canonherzieningen. Daarnaast zijn er suppletievergoedingen ontvangen van woningbouwvereniging Ons Doel voor het omzetten van erfpachtpercelen met sociale huurwoningen naar erfpachtpercelen met koopwoningen.
Om de werkwijze van de gemeente Leiden aangaande verantwoording afkoopsommen erfpacht aan te laten sluiten op de aanbevolen verwerkingsmethode van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording is in 2024 een stelselwijziging doorgevoerd. Deze stelselwijziging houdt in dat de reserve Afkoopsommen erfpacht wordt opgenomen als langetermijnschuld waarbij jaarlijks in gelijke delen middelen vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de balans waar de reserve Afkoopsommen erfpacht wordt toegelicht.
Prestatie opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer
Onderdeel van deze prestatie zijn naast de actieve grondexploitaties onder incidentele inkomsten uit verkoop van grondopbrengsten, huren gronden en kosten die gemoeid zijn met de verhuur, de beheerskosten van strategisch vastgoed en het zogenaamde werken voor derden (budgetten waar de gemeente een bijdrage van een derde voor ontvangt zoals intentieovereenkomsten en anterieure overeenkomsten). De werkelijke lasten binnen deze prestatie zijn € 0,6 miljoen lager dan begroot (voordeel). De werkelijke baten binnen deze prestatie zijn € 1,0 miljoen lager dan begroot (nadeel). In onderstaande tabel is de afwijking van de lasten ten opzichte van de begroting opgenomen. Vervolgens wordt per onderdeel een toelichting gegeven.
Prestatie opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties (bedragen x € 1.000) | |||
a - Lasten actieve grondexploitaties | Lasten | 2.997 | voordeel |
b - Exploitatiebijdrage aan investeringen | Lasten | 1.793 | voordeel |
c - Voorziening negatieve grondexploitaties | Lasten | -2.030 | nadeel |
d - Afrondende werkzaamheden Aalmarkt | Lasten | 151 | voordeel |
e - Beheerskosten tijdelijk vastgoed | Lasten | -485 | nadeel |
f - Startbouwimpuls (SBI) | Lasten | 967 | voordeel |
g - Werken voor derden | Lasten | -2.434 | nadeel |
h - Lasten overige exploitatiebudgetten | Lasten | 118 | voordeel |
i - Afboeken boekwaarde voorbereidingskosten | Lasten | -459 | nadeel |
Totaal lasten | 618 | voordeel |
a - Lasten actieve grondexploitaties
De gerealiseerde lasten van de grondexploitaties is in 2024 € 3,0 miljoen lager dan begroot. De niet gerealiseerde opbrengsten in 2024 schuiven door naar 2025. Zie voor een nadere toelichting van alle gemeentelijke grondexploitaties paragraaf 2.3.7 Grondbeleid.
b - Exploitatiebijdrage aan investeringen
Het budget exploitatiebijdragen aan investeringen heeft een voordeel van € 1,8 miljoen. Dit betreft verschillende bijdragen vanuit reserves aan kredieten die nog niet volledig zijn uitgegeven en worden doorgeschoven naar 2025.
c - Voorziening negatieve grondexploitaties
Aan de voorziening negatieve grondexploitaties is in 2024 € 0,2 miljoen aan rente toegevoegd. In de exploitatie is hiervoor een budget beschikbaar ter hoogte van € 0,6 miljoen. Dit resulteert in de exploitatie tot een voordeel van € 0,4 miljoen. Als gevolg van het actualiseren van de bestaande grondexploitaties wordt de voorziening negatieve grondexploitatie bij de jaarrekening in 2024 verhoogd met € 6,1 miljoen. In 2024 is voor een grondexploitatie de begroting niet conform huidige werkwijze opgenomen. Bij de jaarrekening resulteert dit binnen de prestatie 'Opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties' in een voordeel van € 3,8 miljoen (zie ook toelichting reserve Grondexploitaties). Effect van toevoegen rente (€ 0,4 miljoen voordeel), actualiseren grondexploitaties (€ 6,1 miljoen nadeel) en niet conform huidige werkwijze opnemen grondexploitatie (€ 3,8 miljoen voordeel) resulteert in een nadeel van € 2,0 miljoen.
d - Afrondende werkzaamheden Aalmarkt
Voor het afronden van de werkzaamheden uit de grondexploitatie Aalmarkt is een restkrediet/budget beschikbaar gesteld. In 2024 zijn nog niet alle werkzaamheden uitgevoerd. Per eind 2024 is nog € 0,15 miljoen beschikbaar.
e - Beheerskosten tijdelijk vastgoed
De beheerskosten van het tijdelijk vastgoed (strategisch vastgoed) zijn ten opzichte van het beschikbare budget met € 0,4 miljoen overschreden (nadeel). Overschrijding komt met name tot stand door afrekening energiekosten voorgaande jaren. Kanttekening hierbij is dat energiekosten doorbelast worden aan huurders (middels voorschotten en eindafrekening jaar er op). Daarnaast is als gevolg van onderhoud vastgoed en OZB voorgaande jaren een nadeel gerealiseerd van € 0,3 miljoen.
f - Startbouwimpuls (SBI)
De gemeente heeft in 2024 van het Ministerie van BZK een Startbouw-impulssubsidie (SBI) ontvangen. Hiervan is in 2024 € 0,9 miljoen niet ingezet en schuift door naar 2025.
g - Lasten werken voor derden (facilitair grondbeleid)
Het werken voor derden budget betreft projecten van derden waarbij de gemeente met een initiatiefnemer een intentieovereenkomst dan wel een anterieure overeenkomst heeft afgesloten. Om deze lasten te kunnen bekostigen ontvangt de gemeente een exploitatiebijdrage van de initiatiefnemer die gelijk is aan de te maken kosten. In 2024 zijn de totaal gerealiseerde lasten € 2,4 miljoen hoger dan begroot (nadeel). Tegenover deze hogere lasten is in 2024 ook een hogere exploitatiebijdrage ontvangen, zie hiervoor de toelichting bij punt k- werken voor derden
h- Lasten overige exploitatiebudgetten
Dit betreft een overschrijding op het beschikbare budget van gemeentelijke heffingen gronden en terreinen. In 2024 is door de BSGR nog OZB en waterschapsheffingen uit voorgaande jaren doorbelast (€ 0,1 miljoen nadeel).
i - Afboeken boekwaarde voorbereidingskosten
Indien voorbereidingskosten - die worden gemaakt voor een door de raad vast te stellen grondexploitatie - niet binnen 5 jaar leiden tot een actieve grondexploitatie, moeten deze kosten - conform financiële regelgeving (BBV - Besluit Begroten en Verantwoorden) - worden afgeboekt ten laste van het rekeningresultaat. Voor een ontwikkellocatie betekent dit dat in 2024 € 0,5 miljoen moet worden afgeboekt.
In onderstaande tabel is ten opzichte van de begroting de afwijking van de baten opgenomen (een nadeel van € 1,0 miljoen). Vervolgens wordt per onderdeel een toelichting gegeven.
Prestatie opstellen MPG en Vermogensbeheer grondexploitaties (bedragen x € 1.000) | |||
j - Baten actieve grondexploitaties | Baten | -2.998 | nadeel |
k - Werken voor derden | Baten | 2.257 | voordeel |
l - Incidentele opbrengsten | Baten | 861 | voordeel |
m - Herinrichten openbare ruimte Verbeekstraat | Baten | -122 | nadeel |
n - Startbouwimpuls (SBI) | Baten | -969 | nadeel |
Totaal baten | -972 | nadeel |
j - Baten actieve grondexploitaties
De gerealiseerde baten van de grondexploitaties is in 2024 € 3,0 miljoen lager dan begroot. De niet gerealiseerde opbrengsten in 2024 schuiven door naar 2025. Zie voor een nadere toelichting van alle gemeentelijke grondexploitaties paragraaf 2.3.7 Grondbeleid.
k - Werken voor derden (facilitair grondbeleid)
Zie ook toelichting hierboven bij punt g. In 2024 zijn de gerealiseerde opbrengsten in de exploitatie € 2,3 miljoen hoger dan begroot.
l - Incidentele opbrengsten
De incidentele baten laten een voordeel zien van € 0,8 miljoen. Dit betreft incidentele grondverkopen en bijdrages van derden (krediet initiatieven derden).
m - Herinrichting openbare ruimte Verbeekstraat
Voor herinrichten openbare ruimte Verbeekstraat ontvangt de gemeente Leiden een bijdrage van de ontwikkelende partij. Deze bijdrage is in 2024 niet gerealiseerd en schuift door naar 2025. Voor 2024 betreft dit een nadeel van € 0,1 miljoen.
n - Startbouwimpuls (SBI)
De gemeente heeft in 2024 van het Ministerie van BZK een Startbouw-impulssubsidie (SBI) ontvangen. Hiervan is in 2024 € 0,9 miljoen niet ingezet en schuift door naar 2025.
Prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen
Onderdeel van deze prestatie zijn onder andere de exploitatiebudgetten van maatschappelijk vastgoed, de facilitaire werkzaamheden van multifunctionele accommodaties (MFA), het projectbudget Trien Semlerstraat 1-14 (woonwagens). De werkelijke lasten binnen deze prestatie zijn € 0,6 miljoen hoger dan begroot (nadeel).
Prestatie (bedragen x € 1.000) | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | ||
Prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen | Lasten | 9.913 | 10.510 | -597 | nadeel |
Baten | -9.249 | -9.249 | 0 |
Lasten prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen
In 2024 zijn niet alle gemeentelijke heffingen zoals OZB en waterschapsheffing intern doorbelast naar de betreffende prestaties door onduidelijkheid over de objectomschrijving op de verzamelfactuur van de BSGR. Hierdoor ontstaat binnen de prestatie exploiteren van gemeentelijke gebouwen (binnen deze prestatie worden de facturen van de BSGR verantwoord om vervolgens intern doorbelast te worden naar de verschillende prestaties) een nadeel van € 0,5 miljoen. Tegenover dit nadeel ontstaat o.a. binnen programma 5 een voordeel. De onderhoudskosten van de panden uit de portefeuille maatschappelijk vastgoed zijn € 0,2 miljoen hoger dan begroot (nadeel). Dit met name als gevolg van meerdere kleinere storingen/calamiteiten (dagelijks onderhoud).
De baten binnen dit beleidsterrein zijn afgerond € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Reden is een hogere toename van aanvragen voor huur- en omzettingsvergunningen in het kader van woningregulering.
Ongeveer de helft van het budget op het beleidsveld Energietransitie is gedekt door een rijkssubsidie, deze middelen mogen over meerdere jaren worden besteed. Het grootste deel van het voordeel van € 712.000 op dit beleidsterrein wordt naar 2025 verschoven.
Lasten
Op het beleidsveld Energietransitie is € 917.000 minder uitgegeven dan begroot. Er minder uitgegeven aan programmakosten, energiebesparing, de warmtetransitie en door het samenwerkingsverband Warmte Leidse Regio. Voor het project energiearmoede is en voor het project isolatie is minder uitgegeven dan begroot. Voor het project toekomstig elektriciteitssysteem is meer uitgegeven.
Grootste verschillen uitgaven beleidsveld Energietransitie (bedragen x € 1.000) | |||
Programmakosten | Lasten | 413 | voordeel |
Project energiearmoede | Lasten | 237 | voordeel |
Samenwerkingsverband Warmte Leidse Regio | Lasten | 162 | voordeel |
Energiebesparing | Lasten | 85 | voordeel |
Project isolatie | Lasten | 69 | voordeel |
Warmtetransitie | Lasten | 39 | voordeel |
Project toekomstig elektriciteitssysteem | Lasten | -91 | nadeel |
Totaal lasten | 917 | voordeel |
Baten
Op het beleidsveld Energietransitie is daarnaast € 205.000 minder ontvangen dan begroot. Voor het samenwerkingsverband Warmte Leidse Regio is minder ontvangen van de deelnemende gemeenten en er is minder gerealiseerd op de projecten gedekt door een rijkssubsidie. Aan de andere kant is meer ontvangen als vergoeding voor geleverde diensten, met name voor het project WarmtelinQ.
Grootste verschillen inkomsten beleidsveld Energietransitie (bedragen x € 1.000) | |||
Samenwerkingsverband Warmte Leidse Regio | Baten | -143 | nadeel |
Realisatie rijkssubsidie energiearmoede en isolatie | Baten | -200 | nadeel |
Vergoeding geleverde diensten (WarmtelinQ) | Baten | 137 | voordeel |
Totaal baten | -205 | nadeel |
Jeugd en onderwijs | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 76.045 | 75.052 | 993 | 1,31 |
Baten | -6.843 | -7.185 | 342 | -4,99 |
Saldo | 69.202 | 67.867 | 1.334 | 1,93 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Jeugd | 360 | 234 | 594 |
Peuterspeelopvang en kinderopvang | 68 | 37 | 105 |
Onderwijsbeleid | 506 | 55 | 562 |
Onderwijshuisvesting | 59 | 15 | 74 |
Totaal | 993 | 342 | 1.334 |
7A Jeugd
Medio maart 2025 is de voorlopige jaarverantwoording 2024 van de kosten van de specialistische regionale Jeugdhulp van de Serviceorganisatie Zorg ontvangen. Hieruit blijkt een geringe regionale onderbesteding van € 0,8 miljoen ten opzichte van de regionale herziene begroting 2024 van € 121,9 miljoen. Het aandeel van Leiden hierin bedraagt € 352.400. Daarnaast is het PGB-budget met € 443.000 onderschreden. Voor een bedrag van € 396.000 zijn extra uitvoeringskosten Jeugd gemaakt voor o.a. de inhuur van programmamanagement en de rapportages over de Evaluatie van de toegang Leidse regio en de Fundamentele heroverwegingen gespecialiseerde jeugdhulp HR. Deze uitvoeringskosten zijn conform afspraken hierover voor een deel verhaald op de HR gemeenten (zie hiervoor de baten). Tenslotte is op het onderdeel Jeugd- en gezins teams een geringe overschrijding op de huur- en energiekosten ontstaan van € 36.000.
7B Peuterspeelopvang en kinderopvang
Er zijn geen relevante afwijkingen.
7C Onderwijsbeleid
Op het beleidsterrein Onderwijsbeleid is een resultaat van € 560.000 ontstaan, verdeeld in € 55.000 extra baten, en € 505.000 minder lasten. Er is een aantal oorzaken aan te wijzen voor dit overschot. Ten eerste zijn er een aantal grote terugvorderingen geweest op subsidies van voorgaande jaren, dit gaat men name om onderwijskansensubsidies (onderbesteding € 100.000) en subsidies in het kader van de conciërgeregeling (onderbesteding € 109.000). Bij de conciërgeregeling speelt daarnaast dat de subsidies al langere tijd teruglopen in verband met een krimpende doelgroep. Daarom wordt er op moment gewerkt aan een vernieuwde subsidieregeling die voor een bredere doelgroep kan worden ingezet. Verder zijn de kosten van het leerlingenvervoer licht gedaald ten opzichte van 2023 (onderbesteding € 108.000), we zien nog geen structurele trend in deze daling. Daarnaast is er een onderbesteding op het budget van Gelijke Kansen (€ 106.000). Voorgesteld zal worden om de onderbesteding op Gelijke Kansen over te hevelen naar 2025.
7D Onderwijshuisvesting
Er zijjn geen relevante afwijkingen.
Cultuur, sport en recreatie | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 49.268 | 49.860 | -592 | -1,20 |
Baten | -9.047 | -10.703 | 1.655 | -18,30 |
Saldo | 40.221 | 39.157 | 1.063 | 2,64 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Cultuur | 87 | 234 | 322 |
Cultureel erfgoed | 181 | 106 | 287 |
Sport | -980 | 1.359 | 379 |
Recreatie | 119 | -44 | 76 |
Totaal | -592 | 1.655 | 1.063 |
8A Cultuur
Op het beleidsterrein Cultuur is geen toelichting noodzakelijk, toch lichten we gezien de situatie enkele bijzonderheden toe over Museum de Lakenhal.
Binnen de commerciële evenementen en toegangstickets is sprake van een lagere opbrengst dan begroot. Het tekort op commerciële evenementen bedraagt € 146.000 en op toegangstickets € 111.000. Bij de tweede voortgangsrapportage was een tegenvaller voorzien en zijn de verwachte baten met € 250.000 naar beneden bijgesteld. Museum De Lakenhal heeft in 2024 ruim € 300.000 meer aan fondsen en bijdragen ontvangen dan begroot. Hiertegenover staan aanvullende, door deze fondsen gedekte, uitgaven van in totaal € 210.000. Het voorstel is om € 83.000 beschikbaar te houden voor tentoonstellingen in latere jaren. Daarnaast is jaarlijks € 67.000 beschikbaar voor de aanschaf van kunstwerken. Het voorstel is om het niet ingezette deel (€ 57.000) beschikbaar te houden voor toekomstige aankopen. De energiekosten zijn € 150.000 hoger uitgevallen dan geraamd. De Lakenhal heeft hiervoor een compensatie ontvangen van bijna € 250.000, wat resulteert in een voordeel van € 100.000 op de energielasten. Verder zijn de kosten voor huisvesting en bedrijfsvoering € 150.000 lager dan begroot. Deze onderbesteding wordt ingezet ter dekking van het tekort op de organisatiekosten van De Lakenhal, die niet binnen het programma Cultuur vallen, maar onder het programma Overhead. Op de organisatiekosten is een overschrijding van € 184.000 gerealiseerd.
8B Cultureel erfgoed
Geen relevante afwijkingen.
8C Sport
Er is sprake van een overschrijding van de begrote lasten met € 980.000, terwijl de gerealiseerde baten € 1.669.000 hoger zijn dan begroot. Per saldo resulteert dit in een positief resultaat van € 689.000.
De hogere lasten van € 980.000 zijn deels te verklaren door de inkomsten die de gemeente Leiden int voor Stichting De IJshal. De gemeente en de stichting werken nauw samen op diverse terreinen, waaronder de bemanning van de kassa. Omdat het technisch niet mogelijk was om pintransacties voor de IJshal en het binnenbad afzonderlijk te verwerken, is afgesproken dat de gemeente beide betalingen int. Stichting De IJshal stuurt maandelijks een factuur naar de gemeente voor de entreegelden van de IJshal, wat in 2024 neerkwam op € 412.000. Hier tegenover staat geen specifiek budget. Daarnaast zijn er bij Binnenbad De Vliet hogere lasten van € 369.000 gerealiseerd. In 2024 draaide deze nieuwe accommodatie voor het eerst een volledig kalenderjaar, waaruit bleek dat de werkelijke kosten hoger uitvielen dan begroot. Dit had onder andere betrekking op energie, schoonmaak, afvalverwerking en onderhoudscontracten. Verder is er binnen het domein sportstimulering een overschrijding van € 130.000 ontstaan door extra kosten voor de aanleg van een speelplek. Deze kosten zijn gefinancierd vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Daarnaast zijn er extra kosten gemaakt voor de huur van een sporthal. Tot slot zijn er bij de Vijf-Meihal € 73.000 meer lasten gerealiseerd dan begroot. Dit als gevolg van kosten die gemaakt moesten worden voor het houden van diverse evenementen in deze hal. Tegenover deze hogere lasten staan hogere baten.
Zoals eerder beschreven heeft de gemeente € 1.669.000 meer aan inkomsten gerealiseerd dan begroot. Dit is te verklaren door verschillende factoren. De grootste verschillen worden uitgelegd. In 2024 vond een evenement plaats in de Vijf Meihal, waarvoor de gemeente € 137.000 aan inkomsten ontving. Hier stonden wel kosten tegenover, maar geen begrote opbrengst. Bij IJshal De Vliet zijn de opbrengsten € 624.000 hoger uitgevallen dan begroot. Hiervan betreft € 412.000 de eerdergenoemde pintransacties die de gemeente int en waarvoor de stichting een factuur stuurt. Het restant betreft diverse incidentele doorbelastingen aan huurders zoals gedeelde kosten van een reparatie van de warmtepomp, waar geen begroting tegenover staat. Binnenbad De Vliet realiseerde € 370.000 meer aan inkomsten dan begroot, voornamelijk doordat de oorspronkelijke begroting nog niet op orde was. In 2025 wordt deze begroting geactualiseerd. Voor de brede regeling combinatiefuncties is € 120.000 meer gerealiseerd dan begroot. Dit komt door een hogere specifieke uitkering (SPUK) vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), waarmee extra combinatiefunctionarissen zijn gefinancierd. Doordat de totale kosten voor combinatiefunctionarissen hoger lagen, kon ook een groter deel van de cofinanciering worden ingezet. Voor sportstimulering is € 80.000 meer besteed dan begroot. Dit betreft een verhoging binnen de SPUK GALA, specifiek voor de aanleg van een speelplek. Bij Sportpark Boshuizerkade II is een incidenteel voordeel behaald van € 100.000. Dit als gevolg van incidentele verhuren op dit sportpark. Ten slotte is er een voordeel van € 200.000 behaald op de subsidie Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK Sport). De oorspronkelijke begroting van deze subsidie was meerjarig en centraal opgezet, maar in de praktijk bleek dit onwenselijk. De noodzakelijke begrotingsaanpassingen vanwege verschuivingen in subsidiejaren leidden ertoe dat de uiteindelijke compensatie van het Rijk hoger uitviel dan verwacht. De overigen voordelen zitten verspreid binnen programma 8 over de verschillende kostenplaatsen.
8D Recreatie
Geen relevante afwijkingen.
Maatschappelijke ondersteuning | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 134.147 | 128.189 | 5.958 | 4,44 |
Baten | -24.228 | -23.077 | -1.151 | 4,75 |
Saldo | 109.919 | 105.112 | 4.807 | 4,37 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Sociale binding en participatie | 301 | 81 | 382 |
Preventie | 1.612 | -1.400 | 212 |
Ondersteuning | -161 | 43 | -118 |
Kwetsbare groepen | 4.206 | 125 | 4.331 |
Totaal | 5.958 | -1.151 | 4.807 |
9A Sociale binding en participatie
Er is een onderbesteding van € 134.000 ontstaan op de subsidiebudgetten voor vrijwilligersorganisaties in het kader van de Sterke Sociale Basis, doordat kosten hiervan gefinancierd konden worden uit SPUK GALA. Op Leiden Inclusief is een onderbesteding ontstaan van € 58.000 doordat het fysiek meldpunt niet in 2024 is gerealiseerd. Het incidentele budget Mondzorg van € 50.000 is niet benut. Plannen zijn er, maar het is nog niet gelukt om ze uit te voeren in 2024.
9B Preventie
Op het regionale budget Integraal Zorgakkoord (SPUK) is een onderbesteding op de lasten ontstaan van € 1,2 miljoen, daardoor zijn de baten ook € 1,2 miljoen lager. Op de Brede SPUK is een onderbesteding ontstaan van € 0,2 miljoen op dit beleidsterrein, omdat deze middelen verantwoord zijn op andere beleidsterreinen. Als gevolg hiervan zijn de baten op dit beleidsterrein ook € 0,2 miljoen lager. Op het zogenaamde POK-budget (verbetering dienstverlening n.a.v. kindertoeslagaffaire) is een onderbesteding ontstaan van € 55.000. Op het budget voor mantelzorg is een onderbesteding ontstaan van € 89.000.
9C Ondersteuning
Er zijn geen relevante afwijkingen.
9D Kwetsbare groepen
Er is een voordeel van € 1,5 miljoen behaald op het programma OSA (Oekraïne, statushouders en asielzoekers), dat voor € 680.000 is ontstaan door een rijksbijdrage voor de verbouwing van de opvang bij Alrijne. De gemeente had de kosten van de verbouwing al volledig genomen in 2022, destijds gedekt uit het overschot op de daggelden. Daarnaast zijn twee opvanglocaties verhuisd naar financieel gunstigere panden. Op vrouwenopvang is een voordeel behaald van € 460.000 doordat er minder is uitgegaven waren voor het toekomstscenario vrouwenopvang dan begroot. Op de regionale budgetten voor Maatschappelijke zorg (MZ) is een voordeel ontstaan € 150.000 door verhoging van de rijksbijdragen en een voordeel van € 170.000 door afrekening van regionale subsidies uit 2022. Op de budgetten voor MZ Leidse regio is een voordeel van € 510.000 ontstaan, vooral door een verschuiving van zware naar lichtere vormen van zorg en op het Investeringsfonds MZ Leidse regio een voordeel van € 320.000. Ten slotte is een voordeel behaald op de regionale Specialistische MZ van € 220.000 door minder kosten op de winteropvang voor daklozen door de zachte winter van 2024.
Werk en inkomen | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 131.656 | 129.340 | 2.316 | 1,76 |
Baten | -83.866 | -86.149 | 2.283 | -2,72 |
Saldo | 47.790 | 43.191 | 4.599 | 9,62 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Arbeidsparticipatie | 1.881 | 1.115 | 2.996 |
Maatsch. participatie en onderst. minima | 6 | 611 | 617 |
Inkomensvoorzieningen | 666 | 74 | 741 |
Schuldhulpverlening | -237 | 483 | 245 |
Totaal | 2.316 | 2.283 | 4.599 |
10A Arbeidsparticipatie Werk en Inkomen
De kosten van het regionaal mobiliteitsteam zijn € 273.000 hoger, daar tegenover staan € 405.000 extra baten. Het voordeel van per saldo € 132.0000 zal worden gereserveerd voor deze regionale taak. De kosten van het regionaal volwassenenonderwijs zijn € 139.000 hoger, daar tegen over staan € 139.000 aan extra rijksbaten.
Er is een voordeel op de rijksbaten inburgering ontstaan van € 275.000 doordat er meer (uitvoerings)kosten kunnen worden verantwoord onder de declarabele voorzieningen. Daarnaast zijn er € 120.000 meer regiobaten voor Taal en participatie ontvangen, daar tegen over staan € 120.000 extra lasten. Er is € 450.000 meer aan ESF-subsidie (Scholen Pro/VSO en Sociale Inclusie) ontvangen dan geraamd, daar tegen over staan extra niet-geraamde kosten van € 450.000.
10A Arbeidsparticipatie DZB
Er is een voordeel ontstaan van € 1.885.000 bij DZB. Dit is opgebouwd uit een voordeel van € 546.000 bij de re-integratie activiteiten, een voordeel van € 1.751.000 bij de WSW, een nadeel van € 418.000 op Overhead (zie programma Overhead), een voordeel van € 8.000 op geldleningen en een nadeel van € 2.000 op de reserves.
Het voordeel op het budget Re-integratieactiviteiten is € 546.000. In het budget van Re-integratie zijn een aantal projecten van de arbeidsmarktregio Holland Rijnland opgenomen. Dit regionaal budget is goed voor een voordeel van € 565.000, dit bedrag is nodig voor de afronding van de projecten in de komende jaren en moet worden overgeheveld naar 2025. Bij de overige re-integratieactiviteiten is de exploitatie op hoofdlijnen binnen de begroting gebleven. Uiteindelijk resulteert dit in een nadeel van € 19.000 over 2024 op de overige re-integratieactiviteiten.
Het voordeel op het budget WSW is € 1.751.000. In het budget WSW is in 2024 een (incidenteel) budget opgenomen van € 682.000 t.b.v. het realiseren van een toekomstbestendige infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Dit bedrag is nodig voor een verbouwing en moet worden overgeheveld naar 2025. Het voordeel op het reguliere budget WSW is € 1.069.000 en wordt grotendeels veroorzaakt door het realiseren van lagere loonkosten.
10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima
Het voordeel op de baten van € 610.000 is met name ontstaan doordat het percentage oninbaar op verstrekte leenbijstand verlaagd is naar 53% en daardoor kon een deel van de voorziening (€ 375.000) vrijvallen. Daarnaast is er meer bijzondere bijstand als leenbijstand (€ 200.000) verstrekt.
10C Inkomensvoorzieningen
Het voordeel van € 665.000 wordt deels verklaard doordat de storting in de voorziening oninbaar € 375.000 lager is uitgevallen. Dat komt doordat een aantal grotere terugvorderingen, die ontstaan zijn in 2024, al volledig terugbetaald zijn in 2024. Daarnaast is de brutering (bijstand wordt netto verstrekt, gemeente berekent fiscale afdracht en draagt af) in december € 200.000 lager uitgekomen en is € 60.000 minder aan loonkosten-subsidies verstrekt.
10D Schuldhulpverlening
Het voordeel van € 482.000 op de baten wordt veroorzaakt doordat er meer declarabele (uitvoerings)kosten zijn ontstaan met betrekking tot de afhandeling van de toeslagenaffaire. De hogere (uitvoerings)kosten hebben geleid tot een nadeel van € 237.000.
Algemene middelen | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 5.203 | 1.233 | 3.970 | 76,30 |
Baten | -447.675 | -449.254 | 1.579 | -0,35 |
Saldo | -442.472 | -448.021 | 5.550 | -1,25 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Lokale heffingen besteding niet gebonden | - | -259 | -259 |
Algemene uitkering | 1.749 | 1.623 | 3.372 |
Dividend | 0 | 1 | 1 |
Saldo financieringsfunctie | 109 | 382 | 491 |
Overige alg.dekkingsmiddelen | 2.113 | -168 | 1.945 |
Totaal | 3.970 | 1.579 | 5.550 |
Belastingopbrengsten
De ozb niet-woningen valt lager uit door vermindering van aanslagen in voorgaande jaren 2020 t/m 2023.
De opbrengst voor belastingjaar 2024 valt € 175.000 hoger uit dan geraamd, veroorzaakt door een hogere opbrengst ozb voor niet-woningen.
Algemene uitkeringen gemeentefonds
De algemene uitkering valt € 3,4 miljoen hoger uit. Dat heeft drie oorzaken:
Aan de lastenkant bedraagt het saldo op de stelpost indexering gemeentefonds € 1,6 miljoen
In de decembercirculaire 2024 is voor een bedrag van € 0,8 miljoen ontvangen voor diverse taakmutaties. Deze voordelen komen ten gunste van de betreffende taakvelden.
Afrekening 2021 - 2023 levert een voordeel op van € 0,9 miljoen.
Saldo financieringsfunctie
De rentebaten vallen € 0,4 mln. hoger uit door de gerealiseerde baten op het schatkistbankieren.
Overige algemene dekkingsmiddelen
Op de overige algemene dekkingsmiddelen is er sprake van een voordeel van € 2,2 mln. op de lasten. Dit heeft meerdere oorzaken, te weten:
De besteding van het budget voor voormalig personeel is afhankelijk van voormalig personeel waarvoor de gemeente nog verplicht is om de kosten van uitkeringen te betalen. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt, en de maatregelen van eerder stoppen en minder werken, zijn er minder voormalige medewerkers waarvan de gemeente nog de kosten moet betalen. Daarnaast is de regeling RVU per dit jaar ingesteld. Mensen gaan vrijwillig uit dienst vóór hun pensioen en krijgen daarvoor een bijdrage. De kosten daarvan komen ook ten laste van het budget voormalig personeel. Per saldo bedraagt het voordeel op voormalig personeel € 0,6 mln. Van dat voordeel is € 0,36 mln. als gevolg van het beëindigen van de regeling reparatie derde jaar ww. Het voor die regeling gereserveerd budget is vrijgevallen ten gunste van voormalig personeel en geeft daar dit jaar een incidenteel voordeel.
Er zijn meer uren naar projecten geschreven (conform de plankostensystematiek). Hierdoor is ook meer overhead doorbelast aan de die projecten. In totaal levert dit een voordeel op van € 1,3 mln.
Overhead | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 94.995 | 88.712 | 6.283 | 6,61 |
Baten | -18.865 | -15.392 | -3.473 | 18,41 |
Saldo | 76.130 | 73.320 | 2.809 | 3,69 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Overhead | 6.283 | -3.473 | 2.809 |
Totaal | 6.283 | -3.473 | 2.809 |
Onvoorzien | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 273 | - | 273 | 100,00 |
Baten | - | - | - | |
Saldo | 273 | - | 273 | 100,00 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Onvoorzien | 273 | - | 273 |
Totaal | 273 | - | 273 |
Vennootschapsbelasting | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Verschil 2024 | Afwijking % |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000,- | ||||
Lasten | 172 | 256 | -84 | -48,55 |
Baten | - | - | - | |
Saldo | 172 | 256 | -84 | -48,55 |
Bedragen x € 1.000,- | Afwijking Begroting - Rekening (- is nadeel) | ||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | |
Vennootschapsbelasting | -84 | - | -84 |
Totaal | -84 | - | -84 |
Het resultaat op Overhead is als volgt opgebouwd:
Resultaat Overhead 2024 per onderdeel | Lasten | Baten | Saldo | V/N |
Saldi op afdelingskosten (gemeentebreed) | 2.045 | -583 | 1.462 | V |
Centrumregeling IDA | 3.887 | -2.831 | 1.056 | V |
Informatievoorziening - projectbudget | 648 | 0 | 648 | V |
Vervanging en migreren SQL-servers (Structured Query Language) | 342 | 0 | 342 | V |
Extern juridisch advies | 195 | -54 | 141 | V |
Verankering datagedreven werken | 139 | 0 | 139 | V |
Inrichting e-mail archief (CE Wall) | 131 | 0 | 131 | V |
Overhead DZB | -697 | 283 | -414 | N |
Facilitaire zaken Leiden | -452 | -36 | -488 | N |
Gemeentelijke huisvesting | 101 | -189 | -88 | N |
Overige kleine verschillen | -56 | -63 | -119 | N |
Totaal | 6.283 | -3.473 | 2.810 | V |
Saldi op afdelingskostenplaatsen (gemeentebreed)
Het resultaat 2024 van alle afdelingen binnen de gemeente Leiden bedraagt € 1,4 mln. voordelig. Conform de kostentoerekeningssystematiek worden de resultaten van de afdelingskostenplaatsen verzameld op Overhead. Het voordeel heeft vooral betrekking op lagere personeelskosten.
Centrumregeling IDA
Binnen de Centrumregeling Bedrijfsvoering Leidse Regio zijn de werkelijke lasten en baten lager dan begroot. Dit levert een voordeel op van c.a. € 1,1 mln. Het verschil is opgebouwd uit kleine voordelen. De grootste oorzaken hebben betrekking op:
- lagere personele lasten binnen de CR € 0,7 mln. - mede het gevolg van het 2e transitiejaar;
- overige kleine verschillen € 0,4 mln.
Informatievoorziening - projectbudget
Doel van dit budget is om een deel van de incidentele ontwikkelkosten binnen IV te kunnen dekken, zodat IV-ontwikkelingen voortvarend kunnen worden opgepakt. Als gevolg van de (door)ontwikkelingen binnen de afdeling IV in 2024 zijn er tijdelijk minder projecten gestart dan eerder geraamd, waardoor er een positief resultaat is ontstaan van € 0,65 mln. Deze projecten zijn in de tijd opgeschoven en zullen in 2025 en 2026 alsnog opgepakt worden. Het betreft o.a. de projecten voor Geografische InformatieSystem (GIS) en Informatiesystemen ter verbetering dienstverlening.
Vervanging en migreren van SQL-servers (= Structured Query Language)
De SQL-servers die momenteel in gebruik zijn, worden vanaf juli 2022 niet meer ondersteund door Microsoft. Het is daarom noodzakelijk om de verouderde SQL-servers te vervangen en gelijktijdig de databases te migreren om de beveiligingsrisico’s te beperken. Hiervoor is bij de 2e technische wijziging van 2024 een bedrag van € 450.000 beschikbaar gesteld, gedekt door een onttrekking aan de reserve CR kapitaallasten. Het project loopt door in 2025.
Verankering datagedreven werken
Datagedreven werken staat al enkele jaren op de agenda in Leiden. Vanuit de organisatie nemen de vragen op dat gebied toe. Gezien de vraagtoename, de noodzaak van grip op de datastromen en het hebben van betrouwbare datasets, zijn meer middelen nodig voor formatie en is een dataplatform vereist. Hiervoor is voor drie jaar € 150.000 beschikbaar gesteld. In 2024 is het PvA opgesteld en is het project voorbereid. De voorbereiding en het afsluiten van contracten met leveranciers voor de af te nemen diensten benam meer tijd in beslag dan vooraf ingeschat. Daarom zijn deze middelen in 2024 niet geheel uitgegeven.
Overhead DZB
Het nadeel op het budget Overhead is € 414.000. Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door hogere ambtelijke loonkosten. Het nadeel op Overhead kan voor € 382.000 worden toegerekend aan de Wsw en voor € 32.000 aan de Re-integratieactiviteiten.
Facilitaire zaken Leiden
Het nadeel is zichtbaar bij de activiteiten Schoonmaak, Beveiliging en Overige kosten. De kosten zijn in 2024 sterk gestegen door hoge indexatieprijzen doorgevoerd door externe leveranciers. De beschikbare budgetten zijn niet toereikend geweest.
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Er zijn geen relevante afwijkingen.
ONVOORZIEN
In de Programmabegroting 2024 was € 273.000 voor onvoorzien geraamd.
In december 2024 heeft het college besloten omroep Sleutelstad een subsidie te verstrekken van € 90.000, die voor € 65.000 wordt gedekt uit de post onvoorzien. De raad is over dit besluit in december 2024 per brief geïnformeerd (brief nr. Z/24/3775470 d.d. 18 december 2024). Voor meer informatie over de inhoud verwijzen wij daarnaar.
De kosten zijn opgenomen in programma 8. Omdat het besluit te laat kwam om dit in een begrotingswijziging te verwerken, staat het budget nog steeds onder algemene dekkingsmiddelen. Dat budget is daarom ogenschijnlijk niet benut.